Nico-Jan van Dijk gedichten
We zouden het maar beter kunnen ondergaan
van beide kanten
spelers en publiek
en we zouden maar beter
niet naar verklaringen kunnen zoeken
zoals we al zo vaak doen
maar het gewoon aanvaarden
zoals het is
en niet meer dan dat
maar als je dan toch iets zou willen zeggen
als je dan toch
een moment zou willen noemen
waarin alles samenkomt
dan zou dat het moment moeten zijn
waarop je weet
er is geen weg meer terug
daarvoor bestond alleen het wachten
daarvoor bestonden alleen
al die kleine aanwijzingen
die samen lijken te voorspellen
hoe de avond zal verlopen
je luistert naar het rumoer
dat van de wereld is afgeschermd
door onzichtbaar glas
en je wilt de gedachte uitbannen
dat er iemand is
die je kan horen
dat er een weerwoord komt
van een zwijgend publiek
dat in het donker
in de zaal zit te wachten.
Ieder besef van tijd
is nu verdwenen
het gewone denken houdt nu op
met al zijn geruststellende ritmes
en vaste patronen
je leeft nu op de grens
waar geen verleden is en geen toekomst
waar alleen de beweging
van het onverbiddelijk heden
je nog in evenwicht houdt
de weerstand van een onbekend publiek
is het enige teken van leven
dat je zult ontmoeten
veroordeling of verwelkoming
dat is niet meer te zeggen
wel is zeker
dat je alleen met een lange omweg
de mensen nog kunt bereiken
moeten we dit deel van een mens
niet beter leren kennen
moeten we niet voorkomen
dat hij achter zijn eigen leven verdwijnt
onvindbaar tussen alle meningen en feiten
onzichtbaar door het felle licht
dat nu op hem is gericht
er gaat een tweede lijn de wereld over
als de schaduw van de schaduw
even onzichtbaar maar even levensecht
deze lijn geeft aan
wat we nooit kunnen bereiken
wat we nooit dichterbij zullen brengen.
laten we ons wantrouwen
niet te gemakkelijk wegnemen
door wat vage beloften
kunnen we niet beter zoeken
naar wat een gezicht ons nog toestaat
om te zien
naar wat mensen beschermen
en stilhouden in zichzelf
naar wat misschien
wel gevonden wil worden
maar de taal daarvoor ontbreekt
die taal zijn we vergeten
omdat we die niet meer te spreken
en dan begrijp je ineens niet meer
waarom je hier bent
waarom je hier al zo lang
staat te wachten
alsof er een fout is gemaakt
en alles op een groot misverstand berust
dat straks in volle omvang duidelijk zal worden
maar daar valt nu niet meer aan te ontkomen
daarvoor is het nu al te laat
maar niemand zal je dat vertellen
zodat zelfs een reden om te vluchten
je wordt onthouden
gedachten die even snel verdwijnen
als ze zijn gekomen
wanneer de stroom van licht
dan toch onvermijdelijk komt.
dit is het eerste einde
dit is de eerste bevrijding
hierna wordt alles anders
hierna begint een ander leven
als een korte relatie met iemand
die je niet kunt zien
maar die je wel kunt voelen en horen
onzichtbaar
maar toch binnen handbereik
en iedere avond
valt het je weer op
dat het toch zoveel anders is
dan je van tevoren denkt
zoveel anders
dan al die keren daarvoor
niet te verklaren
zoals ook niet te verklaren is
dat twee personen voor een tijd
kunnen samen vallen
zonder van identiteit te wisselen
uiteindelijk weet je nooit zeker
wie aan het eind van de avond in het licht zal staan
en wie overvallen wordt door het applaus
dat toch altijd toch weer onverwacht komt
niets komt vanzelf
en iedere blijk van aanhankelijkheid
heeft een voorgeschiedenis
het lijkt op het pad van een trapezewerker
dat ook stap voor stap moet worden gezet
een evenwicht dat nooit bestaat uit een stilstaan
maar het is een gecontroleerde beweging.
een ritme
dat binnen vaste grenzen moet blijven
want de grond waarop we staan
is zo angstwekkend klein
dat een kleine aarzeling
het evenwicht al zou kunnen verstoren
daarbij hoort een stilte
die alleen maar mogelijk is
als daarna een ontlading volgt
een golf die even oprijst
en alles meeneemt
wat hij op zijn weg vindt
die je hoog optilt
boven een ontketende wereld
een golf die lijkt te willen ontkennen
dat volgens een natuurwet
na een hoge golf
altijd een leegte komt
zoals er ook een verband bestaat
tussen hoogte en diepte
licht en duisternis
begin en einde
maar niets blijft eeuwig voortduren
en ook een golf wordt langzaam
door de weerstand van het land gebroken
dan zullen langzaam
de armen van de nacht
je toch omhelzen
dit is het tweede einde.
zo zouden mijn woorden moeten zijn
zo zouden ze moeten klinken
als de muziek die in deze uren van de nacht
nog een vaste plek gevonden heeft
hier thuis is
dat denkt een man
als hij door de nacht rijdt
op weg naar huis
over natte wegen
die daardoor licht lijken te geven
soms weerkaatst de neonverlichting
op het natte wegdek
als hij de buitenwijken nadert
wordt dat minder
maar misschien merkt hij dat niet
en misschien is dat ook niet van belang
in deze uren van de nacht
die alleen nog door de muziek worden bepaald
aan niemand toebehoren
en ook nog niet het bezit zijn
van de volgende dag
zo zouden mijn woorden moeten zijn
tonen die uit eigen noodzaak
zijn geboren
die aan zichzelf genoeg hebben
zodat alles wat niet gezegd wordt
alles wat niet gespeeld wordt
belangrijk wordt.
een trompet
een saxofoon
hoe lang is het geleden
veertig jaar of vijftig jaar
of meer
maar deze muziek zal de jaren overleven
zolang iemand op verlaten wegen
deze muziek nog hoort
zal die blijven voortleven
ook al zal het altijd maar een man zijn
die het zal horen
alsof het alleen voor hem wordt gespeeld
steeds maar een man
woorden
klanken
die door hun eenvoud aanwezig zijn
geschreven en gespeeld
zonder dat het zeker was
dat iemand ze ooit zou horen
als een fles
met een handgeschreven brief erin
die zomaar in de zee is gegooid
met de vage hoop
dat iemand hem waar dan ook
nog eens zal vinden
dit is het derde einde
dan is het voorbij.
(Spelers en publiek). (2017).
Nieuwe reacties
06.05 | 12:16
Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...
23.04 | 07:04
Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..