Nico-Jan van Dijk gedichten
De onzichtbare hand
die van oudsher
deze stad regeert
maakt op deze zomerdag
ieder beweging
traag en zwaar
de hitte
heeft een doorzichtige last
over de hele stad gelegd
en voor een uur
voor een dag
is de hele wereld tot stilstand gebracht
voor een dag
voor een uur
zijn de lijnen onveranderlijk vastgelegd
alsof een dunne laag van as
de stad bedekt
en de stad laat getuigen
van een uitbarsting van een vulkaan
ergens ver weg
in een ander werelddeel
dichter bij de evenaar
zou het asfalt
op weg zijn naar het smeltpunt
en langzaam zachter worden
en het lopen beletten
en zouden de auto’s
alleen hun elementaire vorm behouden
en de stad
tot een abstract schilderij maken
of zou het smeltpunt
op deze breedtegraad
altijd voor onze nuchterheid moeten wijken
en zal de koele zakelijkheid het altijd winnen
van onze hartstocht
omdat we deze afstand hier zo graag koesteren
en doen alsof we niet beter weten
leven wij in een stad
waar de vormen nooit vloeiend worden
en de stoeptegels
nooit hun scherpe kant verliezen.
De onzichtbare hand
die van oudsher
alles in de stad regeert
maakt op deze dag
ieder beweging
traag en zwaar
de mensen
aan het strand
zoeken verkoeling in het water
en willen de zee in te lopen
ze willen
de eeuwigheid omarmen
in een poging
om aan het verval te ontkomen
het hoofd opgericht
en uitkijkend over zee
zo willen ze de sterfelijkheid
van zich af te schudden
en de hitte van de stad ontvluchten
ze weten maar al te goed
dat het alleen maar dromen zijn
dat het alleen maar herinneringen zijn
daar is de evenaar
daar is de onbereikbare grens
die aan het einde wacht
verder maakt
de zomer van de stad
geen onderscheid
tussen gelovigen
en ongelovigen
tussen inwoners
en vreemdelingen
tussen wie hier werkt
en wie hier op doortocht is
alles is hier ondergeschikt
aan een groter doel
alleen de grote lijnen
blijven bewaard
in een stad
die op een dag als vandaag
alleen maar op een stad in de verte lijkt
voor de hitte van de stad
is iedereen gelijk.
De zomer van de stad
is het geluid
dat altijd op de achtergrond
aanwezig is
de zomer van de stad
is als de tropennacht
of de trein in de verte
een snelweg
die wel nooit tot rust zal komen
het feest
in de straat hier vlakbij
of op het plein
hier net om de hoek
en dan denk ik
dat ik mensen zie
op weg naar een volgende dag
ik denk
dat ik hun laatste schaduw zie
als ze de hoek omgaan
maar ik weet niet wie ze zijn
ik ken ze niet
ik ken alleen de mensen
die iedere morgen in de trein
door eindeloze voorsteden
op weg zijn naar hun werk
en in gedachten nog slapen
even opschrikken
van het geluid
als de trein een brug passeert
en daarna weer inslapen
of stil voor zich uitkijken
een lange dag tegemoet gaan
ik ken alleen de mensen
die op een zomeravond
blijven staan
en omhoog kijken
om naar de muziek te luisteren
die uit een open raam
naar buiten komt.
De zomer in de stad
schept een onzichtbare
afstand tussen de mensen
alsof de eenzaamheid
die altijd woordeloos is
en ongrijpbaar
nu dan toch even zijn definitieve vorm
heeft gevonden
schuw en ingetogen
zonder zijn komst aan te kondigen
zo wacht de zomer
roerloos
onder de open ramen
van de huizen
van de stad
de zomer van de stad
wil liever ongezien blijven
en komt daarom
stil het land binnen
voor dit verschijnsel
zouden we naar woorden kunnen zoeken
we zouden een stap
naar voren kunnen doen
om dichterbij te komen
om een naam te geven
aan de terughoudendheid
van de natuur
maar het zullen
altijd woorden blijven
die we voor onszelf houden
en nooit zullen uitspreken
want de natuur
kent niet de woorden
die we over haar spreken
en hoort niet de gedachten
die we aan haar toeschrijven
de zomer van de stad
is het vergeten dat ons wacht.
Dit lijkt een hotel
uit een oude film
een film
nog zonder kleuren
het raam staat open
en ik kijk naar de blauwe hemel
een onzichtbare vogel
trekt traag witte strepen
in een strak blauwe lucht
maar het zal niet lang duren
of de witte strepen
zullen vervallen tot een zachte dons
het zal niet lang duren
of alleen een paar witte vlokken
zullen nog een poosje zichtbaar blijven
om daarna uit elkaar te vallen
als confetti na het feest
of als kranten op een natte straat
na een regendag.
de zomer in de stad
kan je ook horen
een schelle stem
die iets roept
zonder dat je kan verstaan
wat er wordt gezegd
en de stemmen van spelende kinderen
zonder ophouden
en op de achtergrond
de claxons van auto’s
als het stemmen door de blazers
voor het concert begint
maar als de koele avondwind komt
dan wordt het stiller
en ik weet nog wat dit is
dit is het strand
aan het einde van de dag
de mensen trekken nu naar huis
en ik blijf achter
en lig op het zand
dat nog warm is
van de dag.
(Zomer in de stad). (2015).
Nieuwe reacties
06.05 | 12:16
Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...
23.04 | 07:04
Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..