Nico-Jan van Dijk gedichten
Ik was niet geschikt voor het leven, tenzij in het Paradijs.
C. Milosz
De geboortegrond
is niet de plaats
waar een leven is begonnen
het is niet de plaats
waar een mensenleven
voor het eerst
de wereld heeft geraakt
of waar een vonk
de nacht verlichtte
en de belofte leek te zijn
van een nieuw leven
of misschien wel
van een heel nieuw tijdperk
het is niet de plaats
door het lot bepaald
die een schaduw werpt
over een nog weerloos bestaan
de geboortegrond
is als de aarde
licht en zwaar
dichtbij
en onbereikbaar tegelijk
alsof het gebied
dat we onze geboortegrond noemen
zich nooit helemaal prijs zal geven
alsof dat gebied
steeds opnieuw
ontdekt moet worden
het is de terugkeer
naar een land
dat nooit helemaal
uit je gedachten is geweest
de herinnering
aan een koud
en verlaten land
de straten haveloos en kaal
de mensen ruw
en in zichzelf gekeerd
het land
dat zich alleen wil laten kennen
door zich nooit helemaal te geven
het land
dat je lang geleden hebt verlaten
met de bedoeling
om er nooit meer terug te keren
en als het een vlucht was
dan moet er een goede reden
voor die vlucht zijn geweest
we moeten onze besloten wereld
nu eenmaal verlaten
wat de reden ook mag zijn
dan is de tijd gekomen
om alleen verder te gaan
steeds verder weg.
eens zal de tijd ontleed moeten worden
eens zal het geheim van de tijd
ontrafeld moeten worden
pas dan kunnen we terugkeren
naar de geboortegrond
naar de moederstad
weten we wat de reden is
van dit verlangen
zoeken we naar een verklaring
of zoeken we een verzoening
we hebben zelf de wet opgesteld
waarin is vastgelegd
dat een beweging
altijd een begin moet hebben
daarom zijn we op bedevaart gegaan
daarom zijn we op zoek gegaan
naar een plaats hoog in de bergen
stap voor stap
bedachtzaam en ingetogen
we weten dat de wereld
zo is opgebouwd
ring voor ring
als de stam van een boom
samen geven ze de jaren weer
waarin werd gezwegen
en nu moet gesproken worden
nu moet de kern worden onthuld
was het een vorm van ongerichte energie
een nevel die zich heeft verdicht
een woord dat ooit is gesproken
en daarna in vervulling is gegaan
het volmaakte niets
onbereikbaar voor het menselijk verstand
of was het een versplinterde kern
en is de eenheid in stand gebleven
heel
maar dan heel in een ander verband
en is de wereld een gedicht
het bleef langer stil die dag
zo leek het wel
het was alsof ieder moment
de tijd zou kunnen stollen
en de kristallen van de lucht
die anders onzichtbaar blijven
zichtbaar zouden worden
het is waar dat de wereld
niet zonder dit geraamte kan bestaan
maar het is ook waar
dat deze structuur
voor het blote oog
verborgen moet blijven
want na deze laag
zou weer een nieuwe laag
zichtbaar worden
een regenboog van kleuren
tot aan de horizon
een reeks van getallen
tot in het oneindige
met steeds een andere waarde
steeds een andere kleur
want dit is de belofte
van een onschuldig begin
als zaken eenmaal
hun eigenlijke structuur onthullen
dan vindt de natuur geen rust meer
dan ontkomt niemand meer
aan die eindeloze worsteling
daarom zullen die diepere lagen
zich nooit openbaren
maar worden ze bewaard
in het donker
achter muren
met mos begroeid
de wereld van de oppervlakte
dat is de wereld die wij kennen
die wereld moet blijven bestaan
daarmee is voor ons de toekomst verzekerd
de uiterste grens
van het menselijk verstand
is al lang uit zicht
die zullen we nooit meer achterhalen
de enige zekerheid is nog
het onbegrensd vertrouwen
dat alles zo zal blijven doorgaan
zoals het altijd is gegaan.
het bleef langer stil die dag
zo leek het wel
maar de stemmen zouden terugkeren
dat was zeker
eens zou de stilte voorbij zijn
bijna onhoorbaar
kwamen de mensen terug
ze kwamen langzaam
als het aanzwellen van de zee
die muur van zacht gemompel
wanneer de vloed opkomt
is dit dan de muziek
die de nacht nog wat verlicht
en die in golven komt
en weer verdwijnt
die soms nog warm aanvoelt
dan weer koud
mensen die uit de verte toezien
en zwijgend naar het licht kijken
de grens
maar een keer overschrijden
het bleef langer stil die dag
zo leek het wel
het bleef langer stil dan anders
omdat deze keer de mensen
op de achtergrond bleven
en alleen maar
van een grote afstand toekeken
ze waren verder weg
dan de mensen meestal zijn
want zo is het denken van de mensen
alles wordt onbewust gemeten
aan een menigte
die in stilte toeziet
we zien onszelf
door de ogen van anderen
al willen we dat niet graag toegeven
maar deze keer lieten de mensen
niets van hun aanwezigheid blijken
en zeker bleek niets
van hun goedkeuring of afkeuring
iedereen was alleen maar vervuld
van schaamte
voor de eigen aanwezigheid
er werd gezwegen
zoals er een stilte kan heersen
na een groot verlies
als iedereen is aangedaan
door wat geen plaats kan krijgen
in een geregeld bestaan
het mensenkoor was dichtgeslagen
en zou pas veel later
weer tot leven komen
de aarde haalt diep adem
voor een nieuwe dag
want meer nog dan water
of het breken van licht
is adem het leven zelf
dan is het alsof
de aarde zich afkeert
van de intimiteit
die voor een kort ogenblik
het diepste wezen
van de aarde leek te zijn
een warmte
die even oplicht
als een smeulend vuur
dat wordt aangewakkerd
door een plotselinge windvlaag
maar dan snel weer dooft
de aarde keert zich dan af
van een kort moment
van vertrouwelijkheid
dat nieuwe krachten
vrij zou moeten maken
maar dat nu ineens
een moment van zwakheid lijkt
de aarde
heeft dan het vermogen
om ons te laten geloven
dat het zinloos is
om te blijven zoeken
naar het bewustzijn
van gewone stervelingen
naar het ondeelbare moment
en dat zo dichtbij moet zijn
zo onder handbereik
dan het lijkt wel
dat het vlak voor ons ligt
dan moet het de grond zijn
waarop we staan
dat kleine oppervlak
waar mens en aarde
elkaar raken
die vederlichte echo
van de zwaartekracht
die soms de hele mensheid
moet dragen
soms is de aarde eenzelvig
naar binnen gekeerd
bedolven onder verbrande aard
gestolde lava
het vuur van vroeger eeuwen
dat brandde als trage teer
een gloed die de nacht verlichtte
het diepste wezen van de aarde
is een leven in een kristallen stilte
zwijgend
gewond
treurend om een verloren liefde
de aarde zal maar moeilijk
haar eigen kwetsbaarheid aanvaarden
en antwoorden in een taal
die voor iedereen verstaanbaar is
de aarde lijkt dan op het eindeloze heelal
dat ook nooit die ene vraag zal stellen
die in heel zijn wezen
en in heel zijn oneindig bestaan
altijd aanwezig is
en altijd aanwezig zal blijven
de zonsverduistering op het middaguur
de maan is tussen de zon en de aarde gekomen
en is daar veel langer gebleven dan de tijd
die dit natuurverschijnsel
van nature heeft gekregen
om over ons denken te heersen
deze schaduw is de laatste wens
van de natuur om het landschap
van een zichtbare grens te voorzien
daarmee is ons een grens gesteld
dezelfde grens die ons denken
soms die scherpte geeft
die nodig is om verder te gaan
en meer dan dat
het is de eindigheid van het bestaan
die maakt dat we aanwezig kunnen zijn
in het middelpunt
van het onvoorwaardelijk heden
de eeuwigheid heeft dat vermogen niet
de eeuwigheid is eindeloos
en kent geen heden
geen bewustzijn
de eeuwigheid
is niet een plaats om in te blijven
de toekomst is een voorstelling
die we van onszelf maken
we zien onszelf dan
in een andere tijd
een ander landschap
opgenomen in een verband
dat ons lijkt te begroeten
welwillend worden we opgenomen
in een landschap
waarin de felle kleuren
lijken te ontbreken
er is geen dreiging
geen duisternis
geluidloos worden lijnen getrokken
naar de volgende dag
een ritme
dat in golven komt
en weer verdwijnt
een beweging die het mogelijk maakt
om rechtop te blijven staan
de werkelijkheid wordt aanvaard
door mee te gaan
in een eindeloos deinen
waar waren we eigenlijk
toen de werkelijkheid voorbij ging
de werkelijkheid ging voorbij
voordat we het besef hadden
dat we deel waren geworden
van een groter geheel
een ondeelbaar moment
meer was het niet
toen was het al voorbij
de werkelijkheid ging voorbij
en wij keken alleen maar toe
wij wisten niet
welke vragen wij moesten stellen
misschien is het gevaar
dat ons nog wel het meest bedreigt
dat wij het voorrecht zijn vergeten
dat we ooit
bij onze geboorte hebben gekregen
dat is het voorrecht
om te mogen leven
als kinderen die stammen
uit een oud en voornaam geslacht
misschien nu wel arm en onbemind
verdreven uit de woonsteden
en de boerenhofsteden
die als kastelen
in het land liggen te wachten
omringd door hoge bomen
en lange schaduwen
die bescherming geven
en verkoeling
een afweer
tegen het onbarmhartig licht
waarin niemand kan bestaan
een taal
oud en voornaam
een schat voor later
een adeldom die niet vergaat
wanneer rijkdom en aanzien
worden aangetast
maar een taal
die zal blijven voortbestaan
in een eenvoudig gebaar
een kalme stem
een vertrouwen
dat geen aanspraak maakt
op de waarheid
maar dat zich ook niet
laat onderwerpen
aan de goedkeuring van mensen
als koningskinderen
op weg
in een ander land
in een andere tijd
omringd door een onschuld
die een soort van licht verspreidt
doorzichtig en zonder gewicht
een verschijnsel
dat lijkt te zeggen
door die onbevangenheid
wordt een vorm van bescherming bereikt
die anders in het volle bewustzijn
niet zou kunnen bestaan
we zouden
de ommuurde tuinen
eens moeten verlaten
en de lanen met cipressen
zouden we
eens achter ons moeten laten
de kleurrijke vlinders
en geurende bloemen
zullen ons dan niet meer omringen
en de stemmen om ons heen
die zullen dan verstommen
we zullen door de straten gaan
als onbekenden
onbemind
onherkenbaar
in een ander licht
vreemden voor onze eigen stad
onzichtbaar
doorzichtig
voor onze stadsgenoten
maar herboren
met de opdracht
van een eeuwige jeugd
de herwonnen kracht
van een eeuwige morgen
zo was het ook afgesproken
we zouden niet blijven stilstaan
en we zouden niet omzien
omzien zou alleen maar
verwarring brengen
niet het omzien zelf
zou de onrust brengen
maar wel het stilstaan
de beweging die dan
tot stilstand is gekomen
het ritme
dat de gedachten moet voeden
wordt dan onderbroken
zonder dat daar iets anders
voor in de plaats komt
voor die korte bewegingen
die de taak
van een hele taal overnemen
het staccato zonder woorden
dat het denken heeft beheerst
het is allereerst
een overwinning op de natuur
een overwinning
op de onverschilligheid van de geschiedenis
op de onaanraakbaarheid van het heelal
want de stroom gaat altijd verder
geluidloos en onzichtbaar
in volle gemoedsrust
en zonder gewetensnood
het leven moet worden doorgegeven
aan de volgende generatie
de beweging mag niet tot stilstand komen
de krachten
mogen niet verloren gaan
door een te grote aandacht
voor al die verloren jaren
voor het menselijk tekort
en voor zoveel meer
in de natuur regeert de wetmatigheid
daar bestaat alleen de herhaling
alleen de beweging
een eerste beweging
die weer een volgende beweging oproept
als de rimpeling van water
een windvlaag die zich verspreidt
in kleine golven
om de wereld te laten voorbestaan
moet de onderstroom onttrokken zijn
aan de geschiedenis
moet de stroom ongehinderd
verder kunnen gaan
als een leven zonder spijt
zonder verwijt
waar de geschiedenis niet meer verder gaat
daar moet iemand het overnemen
iemand moet verder gaan
iemand moet de taak op zich nemen
als opgave
als noodzaak
misschien zou het zelfs wel
een vorm van genade
genoemd kunnen worden
dat er uiteindelijk
geen dwingende logica bestaat
waar we tot het laatst toe
op mogen vertrouwen
dat er een grens is gesteld
aan onze berekeningen
aan die betrouwbare gids
die ons tot zover heeft gebracht
de waarheid
is een ruwstenen muur
in een vergeten deel van de stad
de laatste getuige
van het naakte bestaan
van het leven
dat hier voorbij ging
zonder dat het werd opgetekend
de waarheid heeft getuigen nodig
om voort te kunnen leven
getuigen om de beweging waar te nemen
die weer een andere beweging oproept
als de zin van een gedicht
die weer de volgende zin oproept
een woord
dat door een golf wordt opgetild
in de zekerheid
dat nog een volgende golf zal komen
getuigen van een begin
dat alleen maar een begin wil zijn
en geen einde.
(Geboortegrond). (2012).
Nieuwe reacties
06.05 | 12:16
Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...
23.04 | 07:04
Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..