Haven van Rotterdam

Spoor van zilver.

Altijd staan er mensen te kijken

wanneer schepen uitvaren naar zee

zwijgende reuzen zijn het

die verdwijnen

in een vreemde stilte

achter het schip

blijft nog een korte tijd

een spiegelende vlakte zichtbaar

de lichte schaduw

van een donkere gestalte

maar het schip ziet het niet

kijkt niet om

een schip op weg naar zee

is al onbereikbaar geworden

en kijkt alleen nog maar in de verte

een schip op weg naar zee weet

dat zij haar lot

met waardigheid moet dragen

wat zou er kunnen achterblijven

om naar om te zien  

in de avondzon

een spoor van zilver.

                             (Spoor van zilver).             (2006).    

Maasvlakte

Als het lot is gevallen

als de teerling is geworpen

laat dan het schip maar vertrekken

wachten heeft dan geen zin meer

een schip dat op stoom ligt

is in gedachten al op zee

een schip dat al op stroom ligt

wil niet langer wachten

wil niet langer

opgehouden worden

uitstel

zou de weemoed

alleen maar groter maken   

later weet niemand meer

dat de zandvlakte

een korte tijd

een groot stil strand leek

en dat de lucht

als de tropische hemel was

dat het water

even de Stille Zuidzee leek

later weet niemand meer  

dat hier vroeger

het vogeleiland was

dat een naam had  

als van een sterrenbeeld

een onbereikbaar gebied

dat door de natuur

aan de mens was teruggegeven

een vergeten gebied

dat alleen nog voortleeft

in de verlatenheid

die dit havengebied

van nature omgeeft  

dit land

is een vreemd verbond aangegaan

met al die andere havengebieden  

waar ook ter wereld

die ook deze verlatenheid kennen

ze herkennen elkaar

in buizen 

die liggen te wachten

totdat ze begraven worden  

in meeuwen

die zich niet laten verdrijven

en hun gebied

voorlopig niet willen opgeven

en in zandstormen

waarover de mens

geen macht heeft

en toch lijkt het

alsof dit land

steeds lichter wordt

alsof dit land steeds vrijer wordt

en dat we op weg te zijn

naar een grens

een grens

die geen belemmering is

maar een bevrijding

alsof er iemand

aan het eind wacht

die begrijpt

dat de verbeelding

er eerder was

dan de werkelijkheid

dat niets bestaat

of het is eerst gedroomd

en dat er

een andere blik

voor nodig is

om de havens

en de zware industrie

in hun ware gedaante

te kunnen zien   

onneembare vestingen lijken het

verlichte burchten

tegen de avondlucht

met rookpluimen

die tot aan de hemel reiken

wat voor een feest is dit

ik weet het niet

is dit een ritueel

om de goden

gunstig te stemmen

of is het een offerfeest

dat eindigt

met het verbranden

van wat het land heeft opgebracht

maar we zullen niet blijven staan

en we zullen niet omkijken

omkijken

zou de weemoed

alleen maar groter maken

later weet niemand meer

dat de zandvlakte

een korte tijd

een groot stil strand leek

en dat de lucht

als de tropische hemel was

dat het water

even de Stille Zuidzee leek

een schip dat op stoom ligt

is in gedachten al op zee

een schip dat al op stroom ligt

wil niet langer wachten

wil niet langer

opgehouden worden.

                                 (Maasvlakte).             (2010).

Mijnen van China

Als een onschuldig hooggebergte

zo ligt steenkool te wachten

op een verlaten haventerrein

even onaangedaan

als de verlaten streken

waar de steenkool wordt gewonnen

waar een schemer

altijd de kleuren bedekt

en waar met de gelatenheid

van soldaten

die van het front  terugkeren

ook de mijnwerkers terug komen

van een wereld

waarin geen zonlicht bestaat

en waarin geen daglicht doordringt

een wereld

onder de grond

die voor ons

meestal onzichtbaar blijft

voor ons

zijn de mijnen van China

onmetelijk ver weg.

                                          (De mijnen van China).          (2011).

Kerst in de haven van Rotterdam

Op deze Kerstdag

is het in de haven

stiller dan ooit

de witte rook uit een fabriek

wordt moeiteloos

door de lucht opgevangen

alsof de ene wolk

de andere wolk opvangt

een paar binnenvaartschepen

glijden geluidloos door het water

bijna schuldbewust

alsof er werk wordt verricht

dat het daglicht

niet kan verdragen

de opslagtanks

en de overslag van erts en kolen

verraden niets van hun geheim

en lijken alleen maar af te wachten

wat er nog gaat komen

en verder niets

alleen een groot oranje zeeschip

is vandaag niet sprakeloos

en vraagt om aandacht

voor de grote roestplekken

op de romp van het schip

je zou het

een verwijt kunnen noemen

je zou het

een oproep kunnen noemen

een bericht aan een instantie

ergens hier in de haven

of aan een reder

ergens op een zonovergoten eiland

want ook een schip heeft weet

van een geschonden bestaan

ook een schip weet

dat het net als ieder mens uniek is

en dat er op de wereld

maar een schip is met deze naam.

de namen van schepen

bewijzen maar weer eens

dat er een onuitputtelijk reservoir aan namen

op de wereld beschikbaar moet zijn

voor steeds weer een nieuwe naam

voor een steeds weer een nieuw schip

een naam

soms onbegrijpelijk

soms onuitspreekbaar

maar altijd is het nieuw leven

altijd is er een nieuwe ster aan de hemel

er is een schip op zee

en lang blijft onduidelijk

of dat schip dichterbij komt

of dat het juist naar zee gaat 

zo langzaam is de beweging

zo verstild het decor

het is alleen maar een kleine stip

aan de horizon

als de ster van Betlehem

de plaats in de verte

waar het grijs van de zee

overgaat in het grijs van de lucht

maar als ik even wacht

en daarna weer kijk

dan zie ik het schip toch dichterbij komt

en nu weet ik zeker dat het schip

straks de haven binnen zal lopen

zoals is voorspeld

en dat het schip straks

zal aanmeren aan een kade

waarna de naam van het schip

zal worden opgenomen in de boeken

waarin alles staat beschreven

en die worden bewaard

tot aan het eind der tijden.

                           (Kerst in de haven van Rotterdam).     (2018).

Lichtschip

Wie midden op zee

op zijn plaats moet blijven staan

omdat het niet anders kan

omdat het zo

van hoger hand is opgedragen

omdat alleen zo

en niet anders

de weg op zee wordt bewaakt

die moet het gevecht aangaan

met de elementen

omdat er geen zwaardere taak is op zee

dan gewoon maar

op je plaats te blijven staan

een lichtschip

is dan net een gekooid dier

dat aan de ketting rukt

waaraan het vastzit

in een gevecht

waarbij de overwinning

al bij voorbaat is uitgesloten

en wie alleen maar op het lichtschip

hoeft te verblijven

om de wacht te houden

om berichten over het weer

door te geven

en verder helemaal niets

die slaapt nooit

die rust nooit

want het lichtschip

klaagt altijd over een onzichtbare last

beweegt altijd

en legt mijlen af

zonder ergens heen te gaan

een lichtschip kijkt alleen toe

is toeschouwer geworden

van de schepen

die opdoemen uit het donker

en zwijgend voorbij varen

in een soort van een niemandsland

dat niet lijkt de passen

bij grote oceaanreuzen als deze

maar het verhaal gaat

dat op de voorplecht

van ieder schip dat passeert

altijd een bemanningslid staat

als een soort van groet

aan het lichtschip

dat daar zijn eigen weg gaat

de laatste strijder

op een zee

die nooit slaapt

die iedere ogenblik anders is

nooit hetzelfde gezicht.

    (Lichtschip).      (Noord Hinder: lichtschip in de haven van Hellevoetsluis).        (2019).

Duwboot op de Nieuwe Maas

Nooit is het karakter  

van een boot

zo sterk bepaald

door wat er niet meer is

door wat ontbreekt

en is achter gebleven

ergens in een verre haven

een noeste werker is het nu geworden

die aan de meewarige blikken

van de toeschouwers 

probeert te ontkomen

als een zwemmer

op gevorderde leeftijd

die nauwelijks

de golven nog kan trotseren 

maar die vastbesloten is

om in te halen

wat hij een leven lang

heeft nagelaten.

                               (Duwboot op de Nieuwe Maas).     (2014).

Landtong Rozenburg

Wie op dit uur hier komt

die heeft er bewust voor gekozen

om hier te zijn

en om stil voor zich uit te kijken

hierna zal er geen land meer zijn

hierna begint de heerschappij van het water

dit is de laatste groet van het land

dit is een verstild samenzijn

van industrie en natuur

een uitgestoken hand.

                 (Landtong Rozenburg).             (2019).

Jager van het havengebied

De mens heeft gegeven

en de mens heeft genomen

zou je kunnen zeggen

maar de vroegere bewoners

van het natuurgebied

keren hier nog steeds terug

alsof de natuur

zich nooit helemaal gewonnen wil geven

alsof de natuur

nog steeds zichtbaar wil blijven

in de spiegeling

op de tanks van Vopak en Kuwait

alsof de konijnen en fazanten

een levende herinnering willen zijn

aan het natuurgebied De Beer

dat hier vroeger was

ook al is het pleit al lang beslecht

ook de jager van het havengebied

zal hier steeds weer zal terugkeren

ook hij weet 

dat hij alleen maar een speler is

in het spel van leven en dood.            

                         (Jager van het havengebied).             (2019).

Scheepsramp

Het schip is helemaal verlaten

zo geruststellend

en zwijgend

kan naderend onheil zijn

bijna plechtig

voor een schip ten onder gaat

is er een onverklaarbare opleving

dan verheft het schip zich

en gaat staan

als een man

die zijn omgeving wil bezweren

dan komt

een diep gekreun naar boven

een doodskreet

omdat het einde

nu onvermijdelijk is geworden

daarna verdwijnt het schip

geruisloos

in een peilloze diepte

de zee blijft nog een korte tijd vlak

op de plaats

waar het schip is vergaan  

en daarna niet meer.

                               (Scheepsramp).             (2005). 

Flying Enterprise

De Flying Enterprise

is helemaal verlaten

alleen kapitein Kurt Carlson is gebleven

de Flying Enterprise

een naam als van een speelfilm

een verhaal meer 

dan de verbeelding

waarom hij het schip niet samen

met zijn bemanning heeft verlaten

is nooit helemaal opgelost

dat is altijd een raadsel gebleven

minder bekend

is het verhaal van Kenneth Dancy

de stuurman van de Turmoil

de sleepboot die te hulp was gekomen

hij maakte midden op zee

midden in de storm

zomaar de overstap

naar de Flying Enterprise

om een lijn over te brengen

het ware heldendom

blijft meestal onbekend

het was er niet een

het waren er twee

die zijn gebleven.

                 (Flying Enterprise).       (2019).        

Weer Kerst in de haven van Rotterdam

Een leeg schip komt binnen van zee

wat onwennig

hoog in het water

door het gewicht van de machines

leunt het schip wat achterover

en weet zich geen raad

met zijn houding

het constructiewerkschip Thialf van Heerema

is een groot dier uit een ander tijdperk

een vreemde tussen de andere dieren

gevreesd maar niet geliefd

als Kerstfeest

het feest is van de buitenstaanders

als Kerstfeest het feest is

van wie op dit uur nog buiten zijn

en die nog zoeken

naar een onderkomen voor de nacht

dan zou dit ook het feest moeten zijn

van kleine lege vrachtschepen

en grote werkschepen

maar in de haven

denkt niemand aan Kerstfeest

in de haven is er geen feest van het licht

het is al genoeg wanneer

de kleur van de grijze lucht

lichter is

dan de kleur van het donkere water

en zo gaat het verder

zo gaat het hier altijd verder

de haven leeft van de genade

van een illusieloos bestaan.

                  (Weer Kerst in de haven van Rotterdam).           (2019).  

Parksluizenbrug

De plechtige stilte

waarmee de vrachtboot de sluis invaart

en een stuurman

die niet wil laten merken

dat hier iets groots wordt verricht

om de Goden niet te verzoeken

omdat een schip

altijd een zegen nodig heeft

die niet van hier komt

die zich niet laat verklaren

daarom sturend

turend

omdat het allemaal maar net past

er is niet veel ruimte

maar het zal goedkomen

zoals het al die keren hiervoor 

ook is goed gekomen

wanneer het wegdek zich opent

dan wordt een parallel universum zichtbaar

een wereld

die zich soms nog openbaart

aan willekeurige toeschouwers

die straks weer worden losgelaten

om de straten te bevolken

wanneer de bel gaat

voor de laatste ronde 

ieder oponthoud

is een wak in de tijd

een leegte

die zich vanzelf zal vullen

en je goedmoedig opneemt

in een wereld

die anders ongezien zou blijven

die anders ongemerkt

aan je voorbij zou gaan

            (Parksluizenbrug).           (2020).

SS Rotterdam in dok bij RDM.

Een bedreiging

of een omarming

in die dagen

trokken we de scheepvaart

dicht naar ons toe

een schip in het dok

was een heel geruststellend gezicht

het vertrouwd familielid

dat op geregelde tijden

nog even langs komt

of een zeeman

nog even aan de wal

tot de volgende reis

er was geen afstand

er was geen gevaar

de wijde wereld

kwam zo dicht bij huis

kwam zo binnen ons bereik

we waren een zeevarende natie

met een mooie toekomst

voor ons

en avontuur in het verschiet.

                  (S.S. Rotterdam in dok bij RDM).            (2021).

Afscheid van een vrachtschip.

      Het is verroest, verdraagt geen symboliek,

       Het is een rijk en al verwelkomt het,

       Het wacht op sloop in Azië, niet op epiek.

                                                          Ed Leeflang.

Het afscheid 

is altijd aan het zicht onttrokken

het afscheid is altijd ver weg

ergens in een ver land

ergens in een ander werelddeel

altijd is er wel een strand

altijd is er wel een kust

maar het is niet de thuiskomst

van een Griekse held

het is niet de ontvangst

van een godenzoon

na zijn omzwervingen

over de wereld

in machtige woorden verteld

buiten het zicht

wordt de laatste groet

door naamloze werkers gebracht

en in de verte wacht een strand

waar straks het zware werk wordt verricht.

              (Afscheid van een vrachtschip).            (2021).

Parlevinker.

De naam parlevinker 

is als een verdwenen diersoort

waarover je kunt lezen

waar die voor het laatst

in het wild werd gezien

en door wie

een vogel

die hier vroeger zijn leefgebied had

maar die nu hier al een lange tijd

niet meer is waargenomen

een oudhollands ambacht

verdwenen voordat de vraag

kon worden beantwoord

waarom ze een groen wit geblokte band

om hun vaartuig hadden

zoals je in die jaren

een zwart witte band bij taxi’s zag

soms keren dieren

weer naar hun oude leefgebied terug

maar niet de parlevinker

het geheim van de groen wit geblokte band

neemt de parlevinker mee in het graf

of is er helemaal geen geheim

en is het alleen maar

de kracht van de eenvoud.

                (Parlevinker).      (2021).

Graanelevator.

Een dier

een groot dier

uit een andere wereld

uit een vervlogen tijd

een dier dat tot de soort

van de spinachtigen wordt gerekend 

met van die grote zwarte poten

die altijd het zware werk moesten doen

maar nu al lang niet meer

dat is al weer een lange tijd geleden

maar als zoveel uitgestorven diersoorten

is er nog exemplaar

voor het nageslacht bewaard

en die wordt nu opgezet

en als alles goed gaat

kan deze op aangewezen tijden

straks door het publiek

worden bezichtigd.

                 (Graanelevator).            (2021).

Holland-Amerika-Lijn

Gezichten die ik probeer te herkennen

op de loopbrug van de Holland Amerika Lijn

een foto zonder kleuren

zwart wit

voor het laatst kijken ze achterom

wat lachend

zonder een weg terug

en dan na al die jaren deze foto

van een Amerikaanse auto

in een land

dat hun kinderen eerst zouden begrijpen

het bewijs

dat het toch nog is goed gekomen.

                   (Holland Amerika Lijn).    (Foto Cas Oorthuys).  (2019). 

Plimsollmerk.

Laten we een lijst zoeken

en dit teken

dat op een scheepsromp thuis hoort

in een museum ten toon stellen

laten we het ophangen

aan een muur

in een statige zaal

waar voetstappen duidelijk te horen zijn

tussen moderne kunst

zal het zeker niet misstaan

mensen zouden er langs lopen

en ze zouden blijven staan

en er een betekenis aan geven

in hun eigen gedachten

in hun eigen bestaan

sommigen zouden het misschien herkennen

en wijzen naar het teken

dat bescherming moet bieden

tegen een te zware lading

van schepen

misschien zijn er ook

die de naam kennen

van de man

die voor altijd

aan dit teken verbonden zal blijven

want zo is het toch vaak

aan het einde van de zoektocht

komen we uit bij een naam

die al lang vergeten is

maar die soms nog wordt genoemd.

                  (Plimsollmerk).      (2009). 

Kerst in de Rotterdamse haven

Hier kwam de dichter voor altijd voorgoed voorbij

          Cees  Nooteboom.

Wie kent zijn eigen drijfveren

wie kent zijn diepste geheim

of het moet

die onbewezen wetenschap zijn

dat het geheim

voor ons bereikbaar is

op een dag

op en tijd

en dat nog niet alles is gezegd

en als het voor een mens bereikbaar is

dan moet het ook gezegd worden

dan is het zelfs een dure plicht

dat het ook wordt gezegd

alleen

er heerst een permanent misverstand

tussen onze dagelijkse taal

en de diepste vragen

alleen

onze woorden schieten steeds weer tekort

dan moet de dichter het maar zeggen

niet dat hij het beter weet

niet dat hij meer weet dan anderen

maar hij moet het dan zeggen

en de dichter zal het zeggen

op zijn plaats

op zijn tijd

voorbij de meningen en feiten

waar niemand een kerstverhaal verwacht

de dichter waakt

wanneer iedereen slaapt

de dichter is buiten

wanneer iedereen binnen is

waar geen publiek wacht

de dichter

gaat naar de enige plaats

op aarde

waar gemis en betekenis

elkaar lijken te raken

de enige plaats

op aarde

waar alles stil lijkt te staan

en toch in beweging is

waar wachten

nooit doelloos is

maar gewoon het dagelijks werk is

schepen die waken

en slapen tegelijk

de tijd van inkeer

is gekomen

in de Rotterdamse haven

schepen

die ons vertellen

dat we een gepaste afstand

in acht moeten nemen

om het verhaal te horen

dat een schip vertelt

woorden

die de hele wereld overgaan

en nooit is het zeker

of ze hier op een dag

zullen terugkeren

nooit komen 

droom en daad

dichter bij elkaar

en nooit is het zeker

of ze elkaar

ooit zullen raken

de dichter is in de haven

van Rotterdam

wanneer het Kerstfeest is.

     (De dichter is in de haven van Rotterdam, wanneer het Kerstfeest is).    (2021).

IJsbreker.

Is dit het gevaar

dat alleen de toeschouwer ziet

is dit de wetenschap

die een spanning oproept

en de alwetende toeschouwer

in onzekerheid achter laat

de vrijheid

is geen vrijheid meer

als je nooit achterom kijkt

de vrijheid

is geen vrijheid meer

als de richting

al bij voorbaat vaststaat

wie denkt er nog aan de thuisreis

wie denkt er nog aan het geboortegrond

dit is nu de vraag

wie is er groter

wie krijgt er nu alle aandacht

de mens of de machine

de stilstand

en de dichtgevroren zee

krijgen alleen een betekenis

als we ze gewoon laten bestaan

als we ze gewoon

op ons af laten komen

is dit de onbewuste zekerheid

die op de achtergrond

een leven nog houvast geeft

de dreiging

is geen dreiging meer

als je die omarmt

en naar je toetrekt

dichtbij is er immers geen gevaar

de toekomst

is niet meer onzeker

als de richting al vast staat  

alleen de weg  

moest nog worden uitgehakt

als was het een oerwoud

door de winter overvallen

eens

zo was ons beloofd

eens zouden we

over water kunnen lopen

alleen we wisten toen niet

dat het op deze wijze

waarheid zou worden

en eens

zo was ons gezegd

eens zou de ontdekkingsreis

ten einde zijn

en op een dag

zouden alle plaatsen

van de wereld bereikt zijn

en dan was er niets meer

te wensen overgebleven    

en we dachten

dat we daar allemaal

getuigen van zouden zijn

alleen we wisten toen niet

dat het maar een man zou zijn.

             (IJsbreker).     (Guido van der Werve; videokunstenaar).     (2021). 

Cas Oorthuys

Dit is de meerwaarde

van beelden zonder kleur

er zijn vragen

die we onszelf niet meer hoeven te stellen

er zijn vragen

die al zijn beantwoord

alleen maar door de kleuren te weren

alleen maar door het zwart en wit

zijn werk te laten doen

er is een natuurlijke afstand

tot de tijd is ontstaan

het is een andere tijd

maar toch is die binnen handbereid

een wereld ging aan ons voorbij

en toch is die niet ver weg

maar in alle eenvoud

onbegrijpelijk dichtbij.

                                           (Fotografie van Cas Oorthuys).            (2018).

Nieuwe reacties

06.05 | 12:16

Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...

23.04 | 07:04

Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..