Nico-Jan van Dijk gedichten
Altijd staan er mensen te kijken
wanneer schepen uitvaren naar zee
zwijgende reuzen zijn het
die verdwijnen
in een vreemde stilte
achter het schip
blijft nog een korte tijd
een spiegelende vlakte zichtbaar
de lichte schaduw
van een donkere gestalte
maar het schip ziet het niet
kijkt niet om
een schip op weg naar zee
is al onbereikbaar geworden
en kijkt alleen nog maar in de verte
een schip op weg naar zee weet
dat zij haar lot
met waardigheid moet dragen
wat zou er kunnen achterblijven
om naar om te zien
in de avondzon
een spoor van zilver.
(Spoor van zilver). (2006).
Als het lot is gevallen
als de teerling is geworpen
laat dan het schip maar vertrekken
wachten heeft dan geen zin meer
een schip dat op stoom ligt
is in gedachten al op zee
een schip dat al op stroom ligt
wil niet langer wachten
wil niet langer
opgehouden worden
uitstel
zou de weemoed
alleen maar groter maken
later weet niemand meer
dat de zandvlakte
een korte tijd
een groot stil strand leek
en dat de lucht
als de tropische hemel was
dat het water
even de Stille Zuidzee leek
later weet niemand meer
dat hier vroeger
het vogeleiland was
dat een naam had
als van een sterrenbeeld
een onbereikbaar gebied
dat door de natuur
aan de mens was teruggegeven
een vergeten gebied
dat alleen nog voortleeft
in de verlatenheid
die dit havengebied
van nature omgeeft
dit land
is een vreemd verbond aangegaan
met al die andere havengebieden
waar ook ter wereld
die ook deze verlatenheid kennen
ze herkennen elkaar
in buizen
die liggen te wachten
totdat ze begraven worden
in meeuwen
die zich niet laten verdrijven
en hun gebied
voorlopig niet willen opgeven
en in zandstormen
waarover de mens
geen macht heeft
en toch lijkt het
alsof dit land
steeds lichter wordt
alsof dit land steeds vrijer wordt
en dat we op weg te zijn
naar een grens
een grens
die geen belemmering is
maar een bevrijding
alsof er iemand
aan het eind wacht
die begrijpt
dat de verbeelding
er eerder was
dan de werkelijkheid
dat niets bestaat
of het is eerst gedroomd
en dat er
een andere blik
voor nodig is
om de havens
en de zware industrie
in hun ware gedaante
te kunnen zien
onneembare vestingen lijken het
verlichte burchten
tegen de avondlucht
met rookpluimen
die tot aan de hemel reiken
wat voor een feest is dit
ik weet het niet
is dit een ritueel
om de goden
gunstig te stemmen
of is het een offerfeest
dat eindigt
met het verbranden
van wat het land heeft opgebracht
maar we zullen niet blijven staan
en we zullen niet omkijken
omkijken
zou de weemoed
alleen maar groter maken
later weet niemand meer
dat de zandvlakte
een korte tijd
een groot stil strand leek
en dat de lucht
als de tropische hemel was
dat het water
even de Stille Zuidzee leek
een schip dat op stoom ligt
is in gedachten al op zee
een schip dat al op stroom ligt
wil niet langer wachten
wil niet langer
opgehouden worden.
(Maasvlakte). (2010).
Als een onschuldig hooggebergte
zo ligt steenkool te wachten
op een verlaten haventerrein
even onaangedaan
als de verlaten streken
waar de steenkool wordt gewonnen
waar een schemer
altijd de kleuren bedekt
en waar met de gelatenheid
van soldaten
die van het front terugkeren
ook de mijnwerkers terug komen
van een wereld
waarin geen zonlicht bestaat
en waarin geen daglicht doordringt
een wereld
onder de grond
die voor ons
meestal onzichtbaar blijft
voor ons
zijn de mijnen van China
onmetelijk ver weg.
(De mijnen van China). (2011).
Op deze Kerstdag
is het in de haven
stiller dan ooit
de witte rook uit een fabriek
wordt moeiteloos
door de lucht opgevangen
alsof de ene wolk
de andere wolk opvangt
een paar binnenvaartschepen
glijden geluidloos door het water
bijna schuldbewust
alsof er werk wordt verricht
dat het daglicht
niet kan verdragen
de opslagtanks
en de overslag van erts en kolen
verraden niets van hun geheim
en lijken alleen maar af te wachten
wat er nog gaat komen
en verder niets
alleen een groot oranje zeeschip
is vandaag niet sprakeloos
en vraagt om aandacht
voor de grote roestplekken
op de romp van het schip
je zou het
een verwijt kunnen noemen
je zou het
een oproep kunnen noemen
een bericht aan een instantie
ergens hier in de haven
of aan een reder
ergens op een zonovergoten eiland
want ook een schip heeft weet
van een geschonden bestaan
ook een schip weet
dat het net als ieder mens uniek is
en dat er op de wereld
maar een schip is met deze naam.
de namen van schepen
bewijzen maar weer eens
dat er een onuitputtelijk reservoir aan namen
op de wereld beschikbaar moet zijn
voor steeds weer een nieuwe naam
voor een steeds weer een nieuw schip
een naam
soms onbegrijpelijk
soms onuitspreekbaar
maar altijd is het nieuw leven
altijd is er een nieuwe ster aan de hemel
er is een schip op zee
en lang blijft onduidelijk
of dat schip dichterbij komt
of dat het juist naar zee gaat
zo langzaam is de beweging
zo verstild het decor
het is alleen maar een kleine stip
aan de horizon
als de ster van Betlehem
de plaats in de verte
waar het grijs van de zee
overgaat in het grijs van de lucht
maar als ik even wacht
en daarna weer kijk
dan zie ik het schip toch dichterbij komt
en nu weet ik zeker dat het schip
straks de haven binnen zal lopen
zoals is voorspeld
en dat het schip straks
zal aanmeren aan een kade
waarna de naam van het schip
zal worden opgenomen in de boeken
waarin alles staat beschreven
en die worden bewaard
tot aan het eind der tijden.
(Kerst in de haven van Rotterdam). (2018).
Wie midden op zee
op zijn plaats moet blijven staan
omdat het niet anders kan
omdat het zo
van hoger hand is opgedragen
omdat alleen zo
en niet anders
de weg op zee wordt bewaakt
die moet het gevecht aangaan
met de elementen
omdat er geen zwaardere taak is op zee
dan gewoon maar
op je plaats te blijven staan
een lichtschip
is dan net een gekooid dier
dat aan de ketting rukt
waaraan het vastzit
in een gevecht
waarbij de overwinning
al bij voorbaat is uitgesloten
en wie alleen maar op het lichtschip
hoeft te verblijven
om de wacht te houden
om berichten over het weer
door te geven
en verder helemaal niets
die slaapt nooit
die rust nooit
want het lichtschip
klaagt altijd over een onzichtbare last
beweegt altijd
en legt mijlen af
zonder ergens heen te gaan
een lichtschip kijkt alleen toe
is toeschouwer geworden
van de schepen
die opdoemen uit het donker
en zwijgend voorbij varen
in een soort van een niemandsland
dat niet lijkt de passen
bij grote oceaanreuzen als deze
maar het verhaal gaat
dat op de voorplecht
van ieder schip dat passeert
altijd een bemanningslid staat
als een soort van groet
aan het lichtschip
dat daar zijn eigen weg gaat
de laatste strijder
op een zee
die nooit slaapt
die iedere ogenblik anders is
nooit hetzelfde gezicht.
(Lichtschip). (Noord Hinder: lichtschip in de haven van Hellevoetsluis). (2019).
Nooit is het karakter
van een boot
zo sterk bepaald
door wat er niet meer is
door wat ontbreekt
en is achter gebleven
ergens in een verre haven
een noeste werker is het nu geworden
die aan de meewarige blikken
van de toeschouwers
probeert te ontkomen
als een zwemmer
op gevorderde leeftijd
die nauwelijks
de golven nog kan trotseren
maar die vastbesloten is
om in te halen
wat hij een leven lang
heeft nagelaten.
(Duwboot op de Nieuwe Maas). (2014).
Wie op dit uur hier komt
die heeft er bewust voor gekozen
om hier te zijn
en om stil voor zich uit te kijken
hierna zal er geen land meer zijn
hierna begint de heerschappij van het water
dit is de laatste groet van het land
dit is een verstild samenzijn
van industrie en natuur
een uitgestoken hand.
(Landtong Rozenburg). (2019).
De mens heeft gegeven
en de mens heeft genomen
zou je kunnen zeggen
maar de vroegere bewoners
van het natuurgebied
keren hier nog steeds terug
alsof de natuur
zich nooit helemaal gewonnen wil geven
alsof de natuur
nog steeds zichtbaar wil blijven
in de spiegeling
op de tanks van Vopak en Kuwait
alsof de konijnen en fazanten
een levende herinnering willen zijn
aan het natuurgebied De Beer
dat hier vroeger was
ook al is het pleit al lang beslecht
ook de jager van het havengebied
zal hier steeds weer zal terugkeren
ook hij weet
dat hij alleen maar een speler is
in het spel van leven en dood.
(Jager van het havengebied). (2019).
Het schip is helemaal verlaten
zo geruststellend
en zwijgend
kan naderend onheil zijn
bijna plechtig
voor een schip ten onder gaat
is er een onverklaarbare opleving
dan verheft het schip zich
en gaat staan
als een man
die zijn omgeving wil bezweren
dan komt
een diep gekreun naar boven
een doodskreet
omdat het einde
nu onvermijdelijk is geworden
daarna verdwijnt het schip
geruisloos
in een peilloze diepte
de zee blijft nog een korte tijd vlak
op de plaats
waar het schip is vergaan
en daarna niet meer.
(Scheepsramp). (2005).
De Flying Enterprise
is helemaal verlaten
alleen kapitein Kurt Carlson is gebleven
de Flying Enterprise
een naam als van een speelfilm
een verhaal meer
dan de verbeelding
waarom hij het schip niet samen
met zijn bemanning heeft verlaten
is nooit helemaal opgelost
dat is altijd een raadsel gebleven
minder bekend
is het verhaal van Kenneth Dancy
de stuurman van de Turmoil
de sleepboot die te hulp was gekomen
hij maakte midden op zee
midden in de storm
zomaar de overstap
naar de Flying Enterprise
om een lijn over te brengen
het ware heldendom
blijft meestal onbekend
het was er niet een
het waren er twee
die zijn gebleven.
(Flying Enterprise). (2019).
Een leeg schip komt binnen van zee
wat onwennig
hoog in het water
door het gewicht van de machines
leunt het schip wat achterover
en weet zich geen raad
met zijn houding
het constructiewerkschip Thialf van Heerema
is een groot dier uit een ander tijdperk
een vreemde tussen de andere dieren
gevreesd maar niet geliefd
als Kerstfeest
het feest is van de buitenstaanders
als Kerstfeest het feest is
van wie op dit uur nog buiten zijn
en die nog zoeken
naar een onderkomen voor de nacht
dan zou dit ook het feest moeten zijn
van kleine lege vrachtschepen
en grote werkschepen
maar in de haven
denkt niemand aan Kerstfeest
in de haven is er geen feest van het licht
het is al genoeg wanneer
de kleur van de grijze lucht
lichter is
dan de kleur van het donkere water
en zo gaat het verder
zo gaat het hier altijd verder
de haven leeft van de genade
van een illusieloos bestaan.
(Weer Kerst in de haven van Rotterdam). (2019).
De plechtige stilte
waarmee de vrachtboot de sluis invaart
en een stuurman
die niet wil laten merken
dat hier iets groots wordt verricht
om de Goden niet te verzoeken
omdat een schip
altijd een zegen nodig heeft
die niet van hier komt
die zich niet laat verklaren
daarom sturend
turend
omdat het allemaal maar net past
er is niet veel ruimte
maar het zal goedkomen
zoals het al die keren hiervoor
ook is goed gekomen
wanneer het wegdek zich opent
dan wordt een parallel universum zichtbaar
een wereld
die zich soms nog openbaart
aan willekeurige toeschouwers
die straks weer worden losgelaten
om de straten te bevolken
wanneer de bel gaat
voor de laatste ronde
ieder oponthoud
is een wak in de tijd
een leegte
die zich vanzelf zal vullen
en je goedmoedig opneemt
in een wereld
die anders ongezien zou blijven
die anders ongemerkt
aan je voorbij zou gaan
(Parksluizenbrug). (2020).
Een bedreiging
of een omarming
in die dagen
trokken we de scheepvaart
dicht naar ons toe
een schip in het dok
was een heel geruststellend gezicht
het vertrouwd familielid
dat op geregelde tijden
nog even langs komt
of een zeeman
nog even aan de wal
tot de volgende reis
er was geen afstand
er was geen gevaar
de wijde wereld
kwam zo dicht bij huis
kwam zo binnen ons bereik
we waren een zeevarende natie
met een mooie toekomst
voor ons
en avontuur in het verschiet.
(S.S. Rotterdam in dok bij RDM). (2021).
Het is verroest, verdraagt geen symboliek,
Het is een rijk en al verwelkomt het,
Het wacht op sloop in Azië, niet op epiek.
Ed Leeflang.
Het afscheid
is altijd aan het zicht onttrokken
het afscheid is altijd ver weg
ergens in een ver land
ergens in een ander werelddeel
altijd is er wel een strand
altijd is er wel een kust
maar het is niet de thuiskomst
van een Griekse held
het is niet de ontvangst
van een godenzoon
na zijn omzwervingen
over de wereld
in machtige woorden verteld
buiten het zicht
wordt de laatste groet
door naamloze werkers gebracht
en in de verte wacht een strand
waar straks het zware werk wordt verricht.
(Afscheid van een vrachtschip). (2021).
De naam parlevinker
is als een verdwenen diersoort
waarover je kunt lezen
waar die voor het laatst
in het wild werd gezien
en door wie
een vogel
die hier vroeger zijn leefgebied had
maar die nu hier al een lange tijd
niet meer is waargenomen
een oudhollands ambacht
verdwenen voordat de vraag
kon worden beantwoord
waarom ze een groen wit geblokte band
om hun vaartuig hadden
zoals je in die jaren
een zwart witte band bij taxi’s zag
soms keren dieren
weer naar hun oude leefgebied terug
maar niet de parlevinker
het geheim van de groen wit geblokte band
neemt de parlevinker mee in het graf
of is er helemaal geen geheim
en is het alleen maar
de kracht van de eenvoud.
(Parlevinker). (2021).
Een dier
een groot dier
uit een andere wereld
uit een vervlogen tijd
een dier dat tot de soort
van de spinachtigen wordt gerekend
met van die grote zwarte poten
die altijd het zware werk moesten doen
maar nu al lang niet meer
dat is al weer een lange tijd geleden
maar als zoveel uitgestorven diersoorten
is er nog exemplaar
voor het nageslacht bewaard
en die wordt nu opgezet
en als alles goed gaat
kan deze op aangewezen tijden
straks door het publiek
worden bezichtigd.
(Graanelevator). (2021).
Gezichten die ik probeer te herkennen
op de loopbrug van de Holland Amerika Lijn
een foto zonder kleuren
zwart wit
voor het laatst kijken ze achterom
wat lachend
zonder een weg terug
en dan na al die jaren deze foto
van een Amerikaanse auto
in een land
dat hun kinderen eerst zouden begrijpen
het bewijs
dat het toch nog is goed gekomen.
(Holland Amerika Lijn). (Foto Cas Oorthuys). (2019).
Laten we een lijst zoeken
en dit teken
dat op een scheepsromp thuis hoort
in een museum ten toon stellen
laten we het ophangen
aan een muur
in een statige zaal
waar voetstappen duidelijk te horen zijn
tussen moderne kunst
zal het zeker niet misstaan
mensen zouden er langs lopen
en ze zouden blijven staan
en er een betekenis aan geven
in hun eigen gedachten
in hun eigen bestaan
sommigen zouden het misschien herkennen
en wijzen naar het teken
dat bescherming moet bieden
tegen een te zware lading
van schepen
misschien zijn er ook
die de naam kennen
van de man
die voor altijd
aan dit teken verbonden zal blijven
want zo is het toch vaak
aan het einde van de zoektocht
komen we uit bij een naam
die al lang vergeten is
maar die soms nog wordt genoemd.
(Plimsollmerk). (2009).
Hier kwam de dichter voor altijd voorgoed voorbij
Cees Nooteboom.
Wie kent zijn eigen drijfveren
wie kent zijn diepste geheim
of het moet
die onbewezen wetenschap zijn
dat het geheim
voor ons bereikbaar is
op een dag
op en tijd
en dat nog niet alles is gezegd
en als het voor een mens bereikbaar is
dan moet het ook gezegd worden
dan is het zelfs een dure plicht
dat het ook wordt gezegd
alleen
er heerst een permanent misverstand
tussen onze dagelijkse taal
en de diepste vragen
alleen
onze woorden schieten steeds weer tekort
dan moet de dichter het maar zeggen
niet dat hij het beter weet
niet dat hij meer weet dan anderen
maar hij moet het dan zeggen
en de dichter zal het zeggen
op zijn plaats
op zijn tijd
voorbij de meningen en feiten
waar niemand een kerstverhaal verwacht
de dichter waakt
wanneer iedereen slaapt
de dichter is buiten
wanneer iedereen binnen is
waar geen publiek wacht
de dichter
gaat naar de enige plaats
op aarde
waar gemis en betekenis
elkaar lijken te raken
de enige plaats
op aarde
waar alles stil lijkt te staan
en toch in beweging is
waar wachten
nooit doelloos is
maar gewoon het dagelijks werk is
schepen die waken
en slapen tegelijk
de tijd van inkeer
is gekomen
in de Rotterdamse haven
schepen
die ons vertellen
dat we een gepaste afstand
in acht moeten nemen
om het verhaal te horen
dat een schip vertelt
woorden
die de hele wereld overgaan
en nooit is het zeker
of ze hier op een dag
zullen terugkeren
nooit komen
droom en daad
dichter bij elkaar
en nooit is het zeker
of ze elkaar
ooit zullen raken
de dichter is in de haven
van Rotterdam
wanneer het Kerstfeest is.
(De dichter is in de haven van Rotterdam, wanneer het Kerstfeest is). (2021).
Is dit het gevaar
dat alleen de toeschouwer ziet
is dit de wetenschap
die een spanning oproept
en de alwetende toeschouwer
in onzekerheid achter laat
de vrijheid
is geen vrijheid meer
als je nooit achterom kijkt
de vrijheid
is geen vrijheid meer
als de richting
al bij voorbaat vaststaat
wie denkt er nog aan de thuisreis
wie denkt er nog aan het geboortegrond
dit is nu de vraag
wie is er groter
wie krijgt er nu alle aandacht
de mens of de machine
de stilstand
en de dichtgevroren zee
krijgen alleen een betekenis
als we ze gewoon laten bestaan
als we ze gewoon
op ons af laten komen
is dit de onbewuste zekerheid
die op de achtergrond
een leven nog houvast geeft
de dreiging
is geen dreiging meer
als je die omarmt
en naar je toetrekt
dichtbij is er immers geen gevaar
de toekomst
is niet meer onzeker
als de richting al vast staat
alleen de weg
moest nog worden uitgehakt
als was het een oerwoud
door de winter overvallen
eens
zo was ons beloofd
eens zouden we
over water kunnen lopen
alleen we wisten toen niet
dat het op deze wijze
waarheid zou worden
en eens
zo was ons gezegd
eens zou de ontdekkingsreis
ten einde zijn
en op een dag
zouden alle plaatsen
van de wereld bereikt zijn
en dan was er niets meer
te wensen overgebleven
en we dachten
dat we daar allemaal
getuigen van zouden zijn
alleen we wisten toen niet
dat het maar een man zou zijn.
(IJsbreker). (Guido van der Werve; videokunstenaar). (2021).
Dit is de meerwaarde
van beelden zonder kleur
er zijn vragen
die we onszelf niet meer hoeven te stellen
er zijn vragen
die al zijn beantwoord
alleen maar door de kleuren te weren
alleen maar door het zwart en wit
zijn werk te laten doen
er is een natuurlijke afstand
tot de tijd is ontstaan
het is een andere tijd
maar toch is die binnen handbereid
een wereld ging aan ons voorbij
en toch is die niet ver weg
maar in alle eenvoud
onbegrijpelijk dichtbij.
(Fotografie van Cas Oorthuys). (2018).
Nieuwe reacties
06.05 | 12:16
Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...
23.04 | 07:04
Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..