Nico-Jan van Dijk gedichten
Zij vertrekt op het voorgeschreven uur.
Martinus Nijhof.
Wie de laatste trein neemt
die kent de dreiging
van een donker niemandsland
dat wacht
wanneer je de laatste trein zou missen
die kent de dreiging
om alleen op een perron achter te blijven
waar niemand komt
waar niemand wacht
waar geen treinen aankomen
en geen treinen meer vertrekken
en een stad
die in korte tijd
afscheid van je heeft genomen
en de deuren en ramen
heeft gesloten
het is voorbij
vandaag wordt er niemand
meer welkom geheten
vandaag wordt er
op niemand meer gewacht
wie in de laatste trein stapt
die weet dat dit lot
hem vandaag nog bespaard is gebleven
maar meer ook niet
verwachtingen heeft hij verder niet
want de laatste trein
is de schuilplaats
voor vage schuldgevoelens
de laatste trein
is een veilig oord
voor oude kinderangsten
hij voelt dan ook
steeds weer de noodzaak
om iets uit te leggen
hij voelt dan ook
steeds weer de noodzaak
om zijn aanwezigheid te verklaren
en zijn bestaan te rechtvaardigen
voor een onzichtbaar publiek
waarom hij nog buiten is
waarom hij niet thuis is
alsof nergens meer een thuis wacht
alsof hij een eindeloze
vluchtroute heeft genomen
die nergens eindigt
om nergens aan te komen
om de wereld over te gaan
en nooit meer terug te keren
een bestaan buiten de tijd
dat alleen door de beweging
en de voortdurende cadans
in evenwicht wordt gehouden
al weet hij zeker
dat de laatste passagiers
nooit vragen zullen stellen
al weet hij zeker
dat ze de tijd
alleen maar stilzwijgend zullen uitzitten
overal op de wereld
lijken mensen
in de laatste trein op elkaar
overal op de wereld
weten ze al vooraf
dat dit nooit
een echt weerzien zal worden
het is altijd weer
die ongeschreven wet
die zich onverkort laat gelden
dat iedereen op dit uur
in zijn eigen kleine besloten wereld blijft
en dat we elkaars aanwezigheid
niet zullen opmerken
iedere nacht
opnieuw hetzelfde ritueel
dit is de grote mensenwereld
maar dan in het klein
dit is een vorm van afstand
maar dan heel intens
en in de nacht
is die afstand
nog veel groter dan overdag
in de nacht
verdwijnen mensen
als vanzelf uit ons gezichtsveld
in de nacht
gaan mensen als vanzelf
langzaam en geruisloos weg
en zo zullen de passagiers
van de laatste trein
ook weer geruisloos verdwijnen
een voor een
in de nacht
maar je let er toch op
of nog een passagier zal blijven
je let er toch op
of er nog iemand is die niet uitstapt
maar die meegaat tot het laatste station
iemand uit een ver verleden
waaraan je soms nog wel eens dacht
iemand uit je jeugd
die van een grote afstand
en zonder een bepaalde reden
toch dichtbij is gebleven
en die zal blijven
tot deze trein is verdwenen
die zal blijven
totdat het geluid
van een trein in de verte
langzaam is weggestorven
die is gebleven
ook al had je dat niet meer verwacht.
(De laatste trein naar N). (2022).
Soms denk ik
dat er mensen onder ons zijn
die misschien wel tegen wil en dank
over een kennis beschikken
waarvan ze zelf niet eens weten
dat ze die hebben
en als ze uit het zicht verdwijnen
dan gaat die kennis met ze mee
de schat
waarvoor geen naam bestaat
de woorden
die misschien wel nooit hebben bestaan
een herinnering
is pas een herinnering
als iemand het woord herkend
dit wil ik zeggen
hij was al jong
de vanzelfsprekendheid voorbij
een weg
waar geen weg meer is
mensen
waar geen mensen meer zijn
maar wel een plaats
om naar terug te keren
hier was ik eerder
hier heb ik eerder geleefd
en dan nu
de tweede keer
de vanzelfsprekendheid voorbij.
(Bij het overlijden van Ko Malipaard). (2019).
I
Nieuwe reacties
06.05 | 12:16
Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...
23.04 | 07:04
Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..