Laatste trein naar N.

                 Zij vertrekt op het voorgeschreven uur.

                                                    Martinus Nijhof.

 Wie de laatste trein neemt

die kent de dreiging

van een donker niemandsland

dat wacht

wanneer je de laatste trein zou missen

die kent de dreiging

om alleen op een perron achter te blijven

waar niemand komt

waar niemand wacht

waar geen treinen aankomen

en geen treinen meer vertrekken

en een stad

die in korte tijd

afscheid van je heeft genomen

en de deuren en ramen

heeft gesloten

het is voorbij

vandaag wordt er niemand

meer welkom geheten

vandaag wordt er

op niemand meer gewacht

wie in de laatste trein stapt

die weet dat dit lot

hem vandaag nog bespaard is gebleven

maar meer ook niet

verwachtingen heeft hij verder niet  

want de laatste trein

is de schuilplaats

voor vage schuldgevoelens

de laatste trein

is een veilig oord

voor oude kinderangsten

hij voelt dan ook

steeds weer de noodzaak

om iets uit te leggen

hij voelt dan ook

steeds weer de noodzaak

om zijn aanwezigheid te verklaren

en zijn bestaan te rechtvaardigen

voor een onzichtbaar publiek

waarom hij nog buiten is

waarom hij niet thuis is

alsof nergens meer een thuis wacht

alsof hij een eindeloze

vluchtroute heeft genomen

die nergens eindigt

om nergens aan te komen

om de wereld over te gaan

en nooit meer terug te keren

een bestaan buiten de tijd

dat alleen door de beweging

en de voortdurende cadans

in evenwicht wordt gehouden

al weet hij zeker

dat de laatste passagiers

nooit vragen zullen stellen

al weet hij zeker

dat ze de tijd

alleen maar stilzwijgend zullen uitzitten

overal op de wereld

lijken mensen

in de laatste trein op elkaar

overal op de wereld

weten ze al vooraf

dat dit nooit

een echt weerzien zal worden

het is altijd weer

die ongeschreven wet

die zich onverkort laat gelden

dat iedereen op dit uur

in zijn eigen kleine besloten wereld blijft

en dat we elkaars aanwezigheid

niet zullen opmerken

iedere nacht

opnieuw hetzelfde ritueel  

dit is de grote mensenwereld

maar dan in het klein

dit is een vorm van afstand

maar dan heel intens

en in de nacht

is die afstand

nog veel groter dan overdag

in de nacht  

verdwijnen mensen

als vanzelf uit ons gezichtsveld

in de nacht  

gaan mensen als vanzelf

langzaam en geruisloos weg

en zo zullen de passagiers

van de laatste trein

ook weer geruisloos verdwijnen

een voor een

in de nacht

maar je let er toch op

of nog een passagier zal blijven

je let er toch op

of er nog iemand is die niet uitstapt

maar die meegaat tot het laatste station

iemand uit een ver verleden

waaraan je soms nog wel eens dacht

iemand uit je jeugd

die van een grote afstand

en zonder een bepaalde reden

toch dichtbij is gebleven

en die zal blijven

tot deze trein is verdwenen

die zal blijven

totdat het geluid

van een trein in de verte

langzaam is weggestorven

die is gebleven

ook al had je dat niet meer verwacht.

                  (De laatste trein naar N).                  (2022). 

Soms denk ik

dat er mensen onder ons zijn

die misschien wel tegen wil en dank

over een kennis beschikken  

waarvan ze zelf niet eens weten

dat ze die hebben

en als ze uit het zicht verdwijnen

dan gaat die kennis met ze mee

de schat

waarvoor geen naam bestaat

de woorden

die misschien wel nooit hebben bestaan

een herinnering

is pas een herinnering

als iemand het woord herkend

dit wil ik zeggen

hij was al jong

de vanzelfsprekendheid voorbij

een weg

waar geen weg meer is

mensen

waar geen mensen meer zijn

maar wel een plaats

om naar terug te keren

hier was ik eerder

hier heb ik eerder geleefd

en dan nu

de tweede keer

de vanzelfsprekendheid voorbij.

                                      (Bij het overlijden van Ko Malipaard).      (2019).

I

Nieuwe reacties

06.05 | 12:16

Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...

23.04 | 07:04

Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..