Kraai.

   To hatch a crow,  a black rainbow

   Bent in emptiness over emptiness

   But flying                   

                    Crow by Ted Hughes

Kraai weet het al lang

de mensen hebben hun steden

op schuld gebouwd

de gedachte

aan een onbekende schuld

gaf mensen de kracht

om steeds verder te gaan

de wereld over

en zo werd het Westen gewonnen

zo werden de steden gebouwd

die een uitweg lijken te zoeken

omhoog

omhoog naar een hemel

maar die toch nooit dichterbij

zal komen

Kraai ziet het

Kraai weet het

de dood van de stad

is als een stervende olifant

langzaam als gestolde tijd

en traag als hete teer

zo verdwijnt de stad

met het blote oog

bijna niet meer waar te nemen

maar onvermijdelijkheid

als een gevangenis

waaruit geen ontsnappen mogelijk is

zo sterft de stad

mensen weten niet

wat de reden is

van hun dadendrang

schuldig zijn we

schuldig blijven we

we weten het

de natuur rouwt niet

de natuur blijft altijd

op een gepaste afstand

maar mensen rouwen wel

mensen rouwen voor een korte tijd

of voor altijd

een tussenweg is er niet

maar de rouw van kraaien is het mooist

Kraai zag

dat de schuld in handen was gekomen

van de mensen

en schuld in handen van mensen

dat is een machtig wapen  

Kraai weet wat het is

om een paria te zijn

Kraai weet wat het is

om een uitdager te zijn

om een aanklager te zijn

de zwarte uitrusting daarvoor

heeft hij van nature gekregen

Kraai weet ook

wat mensen zullen zeggen

wanneer ze hem horen

luide verwijten

zijn ook altijd zelfverwijten

aanklager en schuldige

in een en dezelfde persoon

de beul en veroordeelde

samen op een tak

Kraai zal nooit

zijn afkomst verraden 

die verloochent hij nooit

daarom laat hij iedereen

de schaduwzijde

van een duister landschap zien

van een kaal maanlandschap

maar wie zal Kraai vertrouwen

wie zal hem volgen

en zal hij ons ook weer

uit dit maanlandschap leiden

Kraai zingt zijn lied

Kraai zingt zijn lied

iedere keer als hij

naar dit maanlandschap terug keert

Kraai houdt van vaste patronen

rechte lijnen

die hebben hem nooit verlaten

die hebben hem nooit teleurgesteld

ze brachten hem altijd naar huis

naar huis

in dit natuurlandschap

Kraai zit op zijn tak

en kijkt naar beneden

Kraai weet

dat de natuurwetten

als je ze maar lang genoeg doordenkt

op het laatst

een bovennatuurlijke schoonheid krijgen

Kraai weet ook

dat ze verder niet veranderen

daarom houdt Kraai zich maar

aan de wetten van de natuur

want als iedere vogel

is ook hij zijn hele leven

in een voortdurend gesprek

met de aarde

de lucht

en de zwaartekracht

Kraai zoekt soms de rivier op

om te zien

of daar de riviergod woont

goden wonen bij rivieren

dat weet Kraai

omdat het daar stil en eenzaam is

dat is wat alle goden gemeen hebben

die afgelegen woonplaats

die onbereikbare vesting

maar toch is er soms nog

een vorm van herkenning

een soort van groet

aan het eind

dat is dan voldoende voor een leven

waarom zouden we van goden

meer verwachten

dan van mensen

dan valt Kraai in slaap

een diepe slaap

die hem naar verre landen brengt

terug naar de dromen van zijn jeugd

waar een riviergod wacht

waar een maanlandschap wacht

de vlakte

die we nog steeds de aarde noemen

maar hoe diep Kraai ook slaapt

hij droomt altijd van een vlucht

hoog boven een lage vlakte

steeds weer van een vlucht

die hem naar huis brengt

naar verre landen

we weten niet wat onschuld is

we weten niet wat het is

om schuldig te zijn

dat blijft lang verborgen

maar de diepe slaap van Kraai

onttrekt zich

aan onze menselijke oordelen

aan alle vaste wetten

dat moet dan wel

de slaap van een onschuldige zijn.

               (Kraai).            (2021).

(N.a.v. kraaienbegrafenissen in De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld). 

Nieuwe reacties

06.05 | 12:16

Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...

23.04 | 07:04

Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..