Nico-Jan van Dijk gedichten
To hatch a crow, a black rainbow
Bent in emptiness over emptiness
But flying
Crow by Ted Hughes
Kraai weet het al lang
de mensen hebben hun steden
op schuld gebouwd
de gedachte
aan een onbekende schuld
gaf mensen de kracht
om steeds verder te gaan
de wereld over
en zo werd het Westen gewonnen
zo werden de steden gebouwd
die een uitweg lijken te zoeken
omhoog
omhoog naar een hemel
maar die toch nooit dichterbij
zal komen
Kraai ziet het
Kraai weet het
de dood van de stad
is als een stervende olifant
langzaam als gestolde tijd
en traag als hete teer
zo verdwijnt de stad
met het blote oog
bijna niet meer waar te nemen
maar onvermijdelijkheid
als een gevangenis
waaruit geen ontsnappen mogelijk is
zo sterft de stad
mensen weten niet
wat de reden is
van hun dadendrang
schuldig zijn we
schuldig blijven we
we weten het
de natuur rouwt niet
de natuur blijft altijd
op een gepaste afstand
maar mensen rouwen wel
mensen rouwen voor een korte tijd
of voor altijd
een tussenweg is er niet
maar de rouw van kraaien is het mooist
Kraai zag
dat de schuld in handen was gekomen
van de mensen
en schuld in handen van mensen
dat is een machtig wapen
Kraai weet wat het is
om een paria te zijn
Kraai weet wat het is
om een uitdager te zijn
om een aanklager te zijn
de zwarte uitrusting daarvoor
heeft hij van nature gekregen
Kraai weet ook
wat mensen zullen zeggen
wanneer ze hem horen
luide verwijten
zijn ook altijd zelfverwijten
aanklager en schuldige
in een en dezelfde persoon
de beul en veroordeelde
samen op een tak
Kraai zal nooit
zijn afkomst verraden
die verloochent hij nooit
daarom laat hij iedereen
de schaduwzijde
van een duister landschap zien
van een kaal maanlandschap
maar wie zal Kraai vertrouwen
wie zal hem volgen
en zal hij ons ook weer
uit dit maanlandschap leiden
Kraai zingt zijn lied
Kraai zingt zijn lied
iedere keer als hij
naar dit maanlandschap terug keert
Kraai houdt van vaste patronen
rechte lijnen
die hebben hem nooit verlaten
die hebben hem nooit teleurgesteld
ze brachten hem altijd naar huis
naar huis
in dit natuurlandschap
Kraai zit op zijn tak
en kijkt naar beneden
Kraai weet
dat de natuurwetten
als je ze maar lang genoeg doordenkt
op het laatst
een bovennatuurlijke schoonheid krijgen
Kraai weet ook
dat ze verder niet veranderen
daarom houdt Kraai zich maar
aan de wetten van de natuur
want als iedere vogel
is ook hij zijn hele leven
in een voortdurend gesprek
met de aarde
de lucht
en de zwaartekracht
Kraai zoekt soms de rivier op
om te zien
of daar de riviergod woont
goden wonen bij rivieren
dat weet Kraai
omdat het daar stil en eenzaam is
dat is wat alle goden gemeen hebben
die afgelegen woonplaats
die onbereikbare vesting
maar toch is er soms nog
een vorm van herkenning
een soort van groet
aan het eind
dat is dan voldoende voor een leven
waarom zouden we van goden
meer verwachten
dan van mensen
dan valt Kraai in slaap
een diepe slaap
die hem naar verre landen brengt
terug naar de dromen van zijn jeugd
waar een riviergod wacht
waar een maanlandschap wacht
de vlakte
die we nog steeds de aarde noemen
maar hoe diep Kraai ook slaapt
hij droomt altijd van een vlucht
hoog boven een lage vlakte
steeds weer van een vlucht
die hem naar huis brengt
naar verre landen
we weten niet wat onschuld is
we weten niet wat het is
om schuldig te zijn
dat blijft lang verborgen
maar de diepe slaap van Kraai
onttrekt zich
aan onze menselijke oordelen
aan alle vaste wetten
dat moet dan wel
de slaap van een onschuldige zijn.
(Kraai). (2021).
(N.a.v. kraaienbegrafenissen in De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld).
Nieuwe reacties
06.05 | 12:16
Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...
23.04 | 07:04
Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..