Nico-Jan van Dijk gedichten
Ze ontwijken onze blik niet
en kijken met een zekere rust
in de camera
ze lijken dan even los te komen
van hun eigen tijd
van hun eigen bestaan
maar je weet ook
dat het een bedrieglijke rust is
dat het de rust is
als van een soldaat
die straks weer terug moet
naar het front
een vertrouwen
waarvoor geen verklaring is
en dat niet lijkt te passen
in de rest van het beeld
maar als iemand je aankijkt
zonder je te zien
zonder je te horen
dan is de omgeving
niet meer van belang
dan zie je die niet meer
dan zie je alleen de blik
van een overlevende
in een onbekende verte.
(Imperial Courts). (2015).
Als de oppervlakte van het land
onbeperkt lijkt
groot en onbewoond
dan is de plaats die er overblijft
voor de mens
toch maar heel klein
dan zijn de mensen
nog meer gehecht
aan die kleine ruimte
van het eigen huis
de enige plaats
om de verte te kunnen zien
de enige plaats
om een moeizaam bevochten identiteit
te kunnen behouden
een leven
dat zich juist meer bewust is
van de eigen omgeving
meer
dan wie die strijd nooit heeft gekend
hij begrijpt
dat de omgeving
een betekenis moet krijgen
dat de eindeloosheid
menselijk gemaakt moet worden
er bestaan geen grenzen
voor wie de plaats kent
hier op aarde
waar hij altijd naar kan terugkeren
naar die plaats
dicht bij de poolcirkel
met blauwe luchten
bevroren grond
en witte bergen
een verhevenheid
die niet door een mens is gegeven
een abstracte wereld
die het moeilijk maakt
om de stormen
die de kust vaak teisteren
te begrijpen.
(The last days of Shishmaref). (2008).
Nieuwe reacties
06.05 | 12:16
Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...
23.04 | 07:04
Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..