Nico-Jan van Dijk gedichten
Zeegezichten.
De kleuren van de zee
mogen diepe kleuren zijn
de kleuren van de zee
mogen felle kleuren zijn
de zee
mag alle kleuren krijgen
die er maar op aarde zijn
toch blijft de zee
altijd de zee
wat de zee tot zee maakt
dat zijn de schuimkoppen
die als frivole witte wolken
op het doek verschijnen
wat de zee bepaalt
dat zijn de wilde golven
die als je er
van een grote afstand naar kijkt
toch regelmatige patronen
lijken te bezitten
ook woede
heeft zijn eigen patronen
ook woede
moet aan eisen voldoen
wie de zee schildert
die schildert een landschap
een woest landschap
dat de wereld overtrekt
om nergens aan te komen
om nergens thuis te zijn
niet als doem
niet als tragiek
maar als opdracht
maar als roeping
woest
om gehoord te worden
woest
om een stap naar voren te doen
woest
om dichterbij te komen
en het terrein te verkennen
dat onbekend bleef
niets is zo onverdraaglijk
als serene rust
niets is zo bedreigend
als serene rust
wie de mensen heeft gezien
toen ze zich onbespied waanden
wie de mensen heeft gekend
toen ze de macht in handen kregen
die kan niet anders
die kan niet meer terug
die kan de serene rust
niet meer verdragen
op het eerste gezicht
zijn het allemaal dezelfde gezichten
op het eerste gezicht
is niet te zien
wie straks zonder vrees
de trekker zal overhalen
en wie zijn gezicht zal afwenden
en wie zal wegvluchten
serene rust bestaat alleen
als ook het tegendeel is waar
serene rust bestaat
als ook het tegendeel
daarin vanaf het begin
aanwezig is
de zee
als vluchtroute
de zee
als dreiging tegelijk
zoals landschappen
de keerzijde zijn
van grote zeeën
tweelingen zijn het
die altijd samen zijn
zo herken ik
wie het gevecht aangaan
en wie noordwaarts gaan
ik herken de verteller
die door zijn eigen verhaal
wordt meegesleept
ik herken
de meesterverteller
van een oneindig landschap
van een woest landschap
als de eindeloze zee
de witte wolken
zijn de golven
de golven weten
de zee is altijd groter
aan het einde wint altijd de zee.
(Zeegezichten van Jan Cremer). (2023).