Nico-Jan van Dijk gedichten
Poëzie: het nooit toereikende gebaar.
Joost Zwagerman.
Zonder zichtbare reden
zijn hier nog steeds
lege plekken in de straten
en niemand lijkt te verwachten
dat daar nog iets zal worden gebouwd
de wonden
zijn na al jaren nog steeds zichtbaar
en alles is gewoon hetzelfde gebleven
het is bijna een geruststelling
het gemis wordt aanvaard
als een deel van het leven
en als er al een les is geleerd
dan is het wel deze
dat het geen zin heeft om je te verzetten
tegen wat toch onvermijdelijk zal komen
dit is de stad
die zijn verleden niet kan vergeten
en waar een rivier doorheen stroomt
die een eeuwige last
met zich mee lijkt te nemen
dit is de stad zonder leeftijd
het zonlicht is hier gedempt
de regen valt hier zacht
dit zijn de huizen
dit zijn de straten
hier wonen de mensen.
Deze stad moet je benaderen
zoals je ook de wildernis zou benaderen
met respect
en met een gepaste voorzichtigheid
zo wordt het terrein verkend
meter voor meter
en bij iedere stap
is er die overtuiging
dat hiervoor nog nooit
iemand heeft gelopen
het is de ongeschreven wet
van haast iedere stad
maak je onzichtbaar
en wek nooit de indruk
zomaar doelloos rond te lopen
kijk recht voor je uit
en zorg ervoor
dat je altijd op weg bent
zonder dat het op een vlucht lijkt
daarom altijd die scherpte
die je tweede natuur is geworden
in gedachten worden
alle punten van de stad vastgelegd
alsof het een bezichtiging is
en straks de veiling zal beginnen
de kunst van het bewonderen
is voor ons het hoogste wat we kunnen bereiken.
En altijd is er de dreiging
dat de terugweg is afgesloten
niet door de vijand
niet door boos opzet
maar door het eigen onvermogen
om de afgelegde weg te herkennen
want wie verdwaald is
die is allereerst verdwaald
in het labyrint
van zijn eigen gedachten
en als een uitweg gezocht wordt
dan wordt allereerst de afgelegde weg
weer in gedachten opgeroepen
alle stappen uit het verleden
worden dan herhaald
stap voor stap
een tweede ontdekkingstocht
naar een nog altijd
even onbekend land
en ook deze keer wordt de weg
helemaal alleen afgelegd
de werkelijkheid wordt zo een toneelstuk
dat zich voor onze ogen afspeelt
een verhaal dat ons in staat stelt
om de werkelijkheid gade te slaan
maar zonder de pijn te voelen
die we daarbij zouden moeten voelen.
Onze grootste prestatie
dat is ook onze grootste zwakte
denk maar aan de jaren van verval
als de geluiden van lege fabrieken
de laatste sporen
van een menselijke aanwezigheid
willen uitwissen
denk maar aan onze eigen onmacht
als het altijd lijkt te regenen
en de wind vrij spel heeft
is ons ooit verteld
dat zelfs de herinnering
zal worden weggenomen
dat al het werk dan te vergeefs zal zijn
is ons ooit gezegd
dat alles een illusie is geweest
dat het allemaal niet heeft bestaan
misschien wel in onze verbeelding
misschien wel in onze dromen
maar niet voor het grote publiek
niet voor het geschiedenisboek
wat is er van ons geworden
heb je de werkelijk de man gekend
die jarenlang naast je heeft gewerkt
pas als je alles opschrijft en alles overdenkt
dan zie je ook de andere kant
van de belofte die altijd wel een belofte zal blijven
dan zie je ook dat de uiterlijke schijn is verdwenen.
Aan de randen van de stad
waar de grootspraak is verdwenen
daar worden dromen
nog op waarde geschat
het land bestaat alleen maar bij de gratie
van wie zich aan de rand
van het geregeld bestaan ophouden
worden onze diepste gedachten
dan alleen maar
aan een buitenstaander geopenbaard
behoort het land dan toe
aan wie nooit als eersten worden genoemd
in de geschiedenis
nemen zij geen voorname plaats in
ze werden niet begrepen
toen ze nog onder ons waren
weten we wel
dat het land leeft van een vrijheid
dat het zelf niet meer bezit
weten we wel
hoe weinig een land leeft
in het onverbiddelijk heden
het heden is de grote onbekende
in het spel van leven en dood
maar onverschilligheid was het nooit.
Altijd kijk ik vanuit de trein
naar de achterkant van de huizen
naar wat overbodig lijkt
en vergeten is
maar toch een plek heeft gevonden
op een verveloos balkon
en daar aan een tweede leven is begonnen
zonder zich te hoeven rechtvaardigen
voor zijn bescheiden bestaan
waarom die aandacht
voor de zachte onderbuik
van iedere stad
waarom die aandacht
voor de ongecultiveerde rand
van ieder land
de achterkant van iedere stad
die meestal aan het zicht onttrokken is
die niemand kent
met vervallen kleine loodsen
en verlaten fabrieken
een leeg industrieterrein
en kleine huisjes
die mensen op volkstuinen
en kleine stukjes land
hebben gebouwd
altijd kijk ik vanuit de trein
naar de achterkant van de huizen
naar de schaduw
van een geregeld bestaan
met steeds die ene vraag
kunnen mensen hier leven.
Langzaam zullen we verdwijnen
zo langzaam dat het bewustzijn zich aanpast
en alles lijkt stil te staan
de krachten zullen afnemen
en dan komt het gevecht
het gevecht met het eigen leven
dan komt wat onvermijdelijk moest komen
en wat al aanwezig was
vanaf het allereerste begin
het vergeten is altijd dichtbij
maar soms blijft nog iets over
dat niet meer aangetast kan worden
soms zal de geschiedenis
van een paar mensen
nog een tijd lang bij ons blijven
niet uit berekening
niet uit opzet
maar uit een soort van noodzaak
onsterfelijkheid is een ogenblik in de tijd
wanneer de wereld even zichtbaar wordt
onsterfelijkheid is steeds die ene vraag
waarom gaan zij juist weg
die altijd zouden moeten blijven.
( De kunst van het bewonderen). (Ter nagedachtenis aan Joost Zwagerman). (2019).
Ik ben Zijn stil en blind verdriet
Joost Zwagerman
Het gesprek van een ongelovige
met een denkbeeldige god
kan dat wel bestaan
of is dat het gesprek
dat alleen maar met een grote omweg
kan worden gevoerd
een gesprek
dat alleen op deze wijze kan bestaan
als een oproep aan een beschaving
in een ander zonnestelsel
of als een bericht aan een kantoor
dat in het weekend is gesloten
en waar niemand meer
de telefoon opneemt
zo groot is de afstand
zo sterk de noodzaak
dat de zoektocht steeds verder gaat
en in een baan om de aarde gekomen
blijft hij groots tot op het laatst
zo hoog is de inzet
zo groot het gevaar
en het gesprek
dat hij altijd heeft gezocht
is dan al lang het gesprek geworden
dat nooit meer eindigt.
(N.a.v. Wakend over God van Joost Zwagerman). (2021).
Nieuwe reacties
06.05 | 12:16
Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...
23.04 | 07:04
Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..