Afscheid van een industrieel landschap

        Warten auf den Fluss,  

                            Barbara Köhler.        

Altijd zoek ik naar de rivier

die vanouds

traag door deze grauwe stad stroomt

altijd zoek ik naar de plaats

waar de oorsprong

van deze stad ligt

en waar de ontwikkeling

lang geleden

een aanvang heeft genomen

deze rivier is er altijd

zwaar en donker

met de rust van

een groot en machtig verleden

nooit schuldbewust

maar eerder vredig en onschuldig

lang was hier het centrum

van de wereld

lang klonk hier het lied

van de arbeid

maar langzaam werd het stiller

langzaam

nam een andere macht

het bewind hier over

een nieuwe macht is gekomen  

die voorspelde

dat een industrieel landschap

ooit zal eindigen

zoals het ook eens is begonnen

alles heeft een ritme

en ook een industrieel landschap

heeft zijn eigen ritme

een ritme

waarvan we dachten

dat die voorgoed

ons leven had veranderd

een ritme dat ons leven

in een richting heeft geleid

waarvan we nu weten

dat die zich steeds meer  

van onze eigen oorsprong

verwijdert   

toch was ons ooit voorspeld

dat een industrieel landschap

nog eenmaal terugkeert

naar de grond

die hij lang geleden heeft verlaten

ooit was ons voorspeld

dat een industrieel landschap

ook weer eens braakland zal worden

en dan terugkeert

naar zijn geboortegrond

naar de grond

die hem lang heeft gedragen

het is een soort van noodzaak

een soort van natuurwet

dat ook een industrieel landschap

zijn eigen levensloop kent

zijn eigen weg gaat door de tijd

precies zoals seizoenen

een ijzeren ritme volgen

en altijd weer terugkeren

wat er verder ook gebeurt

lang leek deze voorspelling

geen waarheid te worden

lang leek deze profetie

door de wind meegenomen te worden

om over alle continenten verspreid te worden

om nooit meer gehoord te worden

maar aan het eind

van zijn leven gekomen

wordt de vader toch weer kind

aan het eind

van zijn lange reis gekomen

wordt de leraar toch weer leerling

en op gevorderde leeftijd

moeten we weer leren

wat we lange tijd waren vergeten

spelen

met geen ander doel

dan het spelen zelf

spelen

met geen ander doel

dan om zomaar te spelen

dan om zomaar zonder schuldgevoel

de tijd te laten verstrijken

het is een soort van troost

zo zou ik het willen noemen

een soort van troost

dat doelloosheid

zomaar op aarde mag bestaan

dat zinloosheid

zomaar mag voortbestaan

en zijn eigen plek mag krijgen

hier op aarde

hier zo dichtbij

we wisten nooit

waarom we hier

zomaar mochten uitrusten

we wisten nooit

waar deze rust vandaan kwam

en waarom deze leegte

zich langzaam vulde

met een nieuwe betekenis

zonder dat dit zo wordt genoemd

deze leegte is nooit afwezigheid

omdat de woorden en zinnen

die de lege ruimte vullen

de meest zuivere vorm zijn

van ons diepste zelf

de leegte

wordt dan als vanzelf gevuld

met de woorden van ons eigen denken

we waren vergeten

dat woorden komen en gaan

dat talen komen en gaan

en dat steeds meer woorden

deze lege ruimte zullen vullen

steeds meer talen

worden in deze lege ruimte gesproken

woorden

die de rivier zou kunnen spreken

woorden

die de poëzie zouden kunnen zijn

van een weinig poëtisch landschap

woorden van een taal

die lange tijd 

alleen maar een diep zwijgen

heeft voortgebracht

dat geldt ook voor mijn taal

want ook mijn taal heeft lange tijd

alleen maar een diep stilzwijgen voortgebracht

ook ik beschrijf een landschap

dat al lang was vergeten

lang voordat iemand het zag

ook ik zie een landschap

dat al lang niet meer bestond

voordat het überhaupt werd ontdekt

ook ik neem afstand

van een generatie

die wil weggaan

zonder iemand het opmerkt

zonder dat iemand het ziet

zomaar zonder groet

zomaar zonder groot gebaar

ook ik neem afscheid

van een industrieel landschap

dat zijn sporen al heeft uitgewist

lang voordat het was vergeten

en dan denk ik

welke onbekende ijstijd

bracht deze bergen

naar dit laagland

wat is de reden

van hun komst

naar een land

dat vanouds

hoge bergen heeft geweerd

wat is hun plaats

in een landschap

dat iedere hoogmoed

altijd heeft afgewezen

wie had er ooit gedacht

dat het laagland

op het laatst

de steenbergen

van de oude gesloten kolenmijnen

nog zou gaan omarmen

wie had er ooit gedacht

dat dit laagland

nog een speelplaats zou worden

voor wie nooit met eigen ogen

de mijnen hebben gezien

dat het een uitzichtpunt zou worden

voor wie nooit hebben uitgekeken

over de torens van de mijnen

die lange tijd als kathedralen

over dit land hebben geheerst

een vergezicht

voor wie nooit een vergezicht zochten

een onderkomen voor wie

nooit de ondergrondse gangen

zijn binnen gelopen

en nooit de dreiging hebben gevoeld

van een naderend gevaar

het is nu een bestemming

om naar toe te gaan

en we keren op dezelfde dag terug 

omdat we niet op doortocht te zijn

hier heerst de stilte

van een onverwerkt verleden

dat niet opgegraven hoeft te worden

om toch geheeld te worden

een verleden

dat geen aandacht nodig heeft

om zich toch op te richten

om het land te overzien

om zijn omgeving te bezweren

en toch verborgen te blijven 

onder een nieuw landschap

en die de opkomst

van nieuw leven niet zal hinderen

om tot bloei te komen

maar geruisloos

daarin wordt opgenomen

want dit is nieuwe land

dit is leeg land

dat geen verhaal

meer hoeft te vertellen

om toch zijn rechtmatige

plaats in te nemen

dit is de betekenis

van braakland

de betekenis van een land

dat nog het meest bestaat

uit de betekenis

die wij zelf daaraan geven

het heeft de helende kracht

van wat geweest is

en nu ten einde is gekomen

de overtuigingskracht

van wat zijn doel heeft bereikt

en nu tot rust is gekomen

doelloosheid

mag op aarde voortbestaan

en niet alleen maar voor een korte tijd

altijd zoek ik naar de plaats

waar deze ontwikkeling

een aanvang heeft genomen

altijd zoek ik naar de rivier

die traag door de stad stroomt

en deze rivier is er altijd

zwaar en donker

vredig en onschuldig

altijd wacht ik op deze rivier

zoals de rivier

ook altijd op mij wacht   

verbonden als we zijn

door een noodzaak

die we allebei

niet kunnen omschrijven

maar die we wel

kunnen aanvoelen

altijd wacht ik op de rivier

al weet ik nooit zeker

of de rivier alleen maar

weerloos voorbij gaat

zoals ik hier ook sta

denkend aan de rivier

wachtend op een antwoord

of dat de rivier

alles weer terug brengt

naar zijn oorsprong

naar zijn diepste grond

maar dan op zijn wijze

op zijn voorwaarden

op zijn tijd

maar altijd vredig en onschuldig

dat is nu eenmaal het voorrecht

van de geschiedenis

als die eenmaal ten einde is gekomen

als die zijn doel heeft bereikt

dat is de meerwaarde

van wat geweest is

en zich niet meer hoeft te bewijzen

de stilte

na het onvermijdelijke gevecht.                

 (Afscheid van een industrieel landschap).      (2022).

 (Ter nagedachtenis aan Barbara Köhler, 1959-2021).

Nieuwe reacties

06.05 | 12:16

Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...

23.04 | 07:04

Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..