Nico-Jan van Dijk gedichten
Warten auf den Fluss,
Barbara Köhler.
Altijd zoek ik naar de rivier
die vanouds
traag door deze grauwe stad stroomt
altijd zoek ik naar de plaats
waar de oorsprong
van deze stad ligt
en waar de ontwikkeling
lang geleden
een aanvang heeft genomen
deze rivier is er altijd
zwaar en donker
met de rust van
een groot en machtig verleden
nooit schuldbewust
maar eerder vredig en onschuldig
lang was hier het centrum
van de wereld
lang klonk hier het lied
van de arbeid
maar langzaam werd het stiller
langzaam
nam een andere macht
het bewind hier over
een nieuwe macht is gekomen
die voorspelde
dat een industrieel landschap
ooit zal eindigen
zoals het ook eens is begonnen
alles heeft een ritme
en ook een industrieel landschap
heeft zijn eigen ritme
een ritme
waarvan we dachten
dat die voorgoed
ons leven had veranderd
een ritme dat ons leven
in een richting heeft geleid
waarvan we nu weten
dat die zich steeds meer
van onze eigen oorsprong
verwijdert
toch was ons ooit voorspeld
dat een industrieel landschap
nog eenmaal terugkeert
naar de grond
die hij lang geleden heeft verlaten
ooit was ons voorspeld
dat een industrieel landschap
ook weer eens braakland zal worden
en dan terugkeert
naar zijn geboortegrond
naar de grond
die hem lang heeft gedragen
het is een soort van noodzaak
een soort van natuurwet
dat ook een industrieel landschap
zijn eigen levensloop kent
zijn eigen weg gaat door de tijd
precies zoals seizoenen
een ijzeren ritme volgen
en altijd weer terugkeren
wat er verder ook gebeurt
lang leek deze voorspelling
geen waarheid te worden
lang leek deze profetie
door de wind meegenomen te worden
om over alle continenten verspreid te worden
om nooit meer gehoord te worden
maar aan het eind
van zijn leven gekomen
wordt de vader toch weer kind
aan het eind
van zijn lange reis gekomen
wordt de leraar toch weer leerling
en op gevorderde leeftijd
moeten we weer leren
wat we lange tijd waren vergeten
spelen
met geen ander doel
dan het spelen zelf
spelen
met geen ander doel
dan om zomaar te spelen
dan om zomaar zonder schuldgevoel
de tijd te laten verstrijken
het is een soort van troost
zo zou ik het willen noemen
een soort van troost
dat doelloosheid
zomaar op aarde mag bestaan
dat zinloosheid
zomaar mag voortbestaan
en zijn eigen plek mag krijgen
hier op aarde
hier zo dichtbij
we wisten nooit
waarom we hier
zomaar mochten uitrusten
we wisten nooit
waar deze rust vandaan kwam
en waarom deze leegte
zich langzaam vulde
met een nieuwe betekenis
zonder dat dit zo wordt genoemd
deze leegte is nooit afwezigheid
omdat de woorden en zinnen
die de lege ruimte vullen
de meest zuivere vorm zijn
van ons diepste zelf
de leegte
wordt dan als vanzelf gevuld
met de woorden van ons eigen denken
we waren vergeten
dat woorden komen en gaan
dat talen komen en gaan
en dat steeds meer woorden
deze lege ruimte zullen vullen
steeds meer talen
worden in deze lege ruimte gesproken
woorden
die de rivier zou kunnen spreken
woorden
die de poëzie zouden kunnen zijn
van een weinig poëtisch landschap
woorden van een taal
die lange tijd
alleen maar een diep zwijgen
heeft voortgebracht
dat geldt ook voor mijn taal
want ook mijn taal heeft lange tijd
alleen maar een diep stilzwijgen voortgebracht
ook ik beschrijf een landschap
dat al lang was vergeten
lang voordat iemand het zag
ook ik zie een landschap
dat al lang niet meer bestond
voordat het überhaupt werd ontdekt
ook ik neem afstand
van een generatie
die wil weggaan
zonder iemand het opmerkt
zonder dat iemand het ziet
zomaar zonder groet
zomaar zonder groot gebaar
ook ik neem afscheid
van een industrieel landschap
dat zijn sporen al heeft uitgewist
lang voordat het was vergeten
en dan denk ik
welke onbekende ijstijd
bracht deze bergen
naar dit laagland
wat is de reden
van hun komst
naar een land
dat vanouds
hoge bergen heeft geweerd
wat is hun plaats
in een landschap
dat iedere hoogmoed
altijd heeft afgewezen
wie had er ooit gedacht
dat het laagland
op het laatst
de steenbergen
van de oude gesloten kolenmijnen
nog zou gaan omarmen
wie had er ooit gedacht
dat dit laagland
nog een speelplaats zou worden
voor wie nooit met eigen ogen
de mijnen hebben gezien
dat het een uitzichtpunt zou worden
voor wie nooit hebben uitgekeken
over de torens van de mijnen
die lange tijd als kathedralen
over dit land hebben geheerst
een vergezicht
voor wie nooit een vergezicht zochten
een onderkomen voor wie
nooit de ondergrondse gangen
zijn binnen gelopen
en nooit de dreiging hebben gevoeld
van een naderend gevaar
het is nu een bestemming
om naar toe te gaan
en we keren op dezelfde dag terug
omdat we niet op doortocht te zijn
hier heerst de stilte
van een onverwerkt verleden
dat niet opgegraven hoeft te worden
om toch geheeld te worden
een verleden
dat geen aandacht nodig heeft
om zich toch op te richten
om het land te overzien
om zijn omgeving te bezweren
en toch verborgen te blijven
onder een nieuw landschap
en die de opkomst
van nieuw leven niet zal hinderen
om tot bloei te komen
maar geruisloos
daarin wordt opgenomen
want dit is nieuwe land
dit is leeg land
dat geen verhaal
meer hoeft te vertellen
om toch zijn rechtmatige
plaats in te nemen
dit is de betekenis
van braakland
de betekenis van een land
dat nog het meest bestaat
uit de betekenis
die wij zelf daaraan geven
het heeft de helende kracht
van wat geweest is
en nu ten einde is gekomen
de overtuigingskracht
van wat zijn doel heeft bereikt
en nu tot rust is gekomen
doelloosheid
mag op aarde voortbestaan
en niet alleen maar voor een korte tijd
altijd zoek ik naar de plaats
waar deze ontwikkeling
een aanvang heeft genomen
altijd zoek ik naar de rivier
die traag door de stad stroomt
en deze rivier is er altijd
zwaar en donker
vredig en onschuldig
altijd wacht ik op deze rivier
zoals de rivier
ook altijd op mij wacht
verbonden als we zijn
door een noodzaak
die we allebei
niet kunnen omschrijven
maar die we wel
kunnen aanvoelen
altijd wacht ik op de rivier
al weet ik nooit zeker
of de rivier alleen maar
weerloos voorbij gaat
zoals ik hier ook sta
denkend aan de rivier
wachtend op een antwoord
of dat de rivier
alles weer terug brengt
naar zijn oorsprong
naar zijn diepste grond
maar dan op zijn wijze
op zijn voorwaarden
op zijn tijd
maar altijd vredig en onschuldig
dat is nu eenmaal het voorrecht
van de geschiedenis
als die eenmaal ten einde is gekomen
als die zijn doel heeft bereikt
dat is de meerwaarde
van wat geweest is
en zich niet meer hoeft te bewijzen
de stilte
na het onvermijdelijke gevecht.
(Afscheid van een industrieel landschap). (2022).
(Ter nagedachtenis aan Barbara Köhler, 1959-2021).
Nieuwe reacties
06.05 | 12:16
Wat een prachtig gedicht dat tot de verbeelding spreekt! Dank je wel voo...
23.04 | 07:04
Bedankt voor het sturen. Mooi gedicht..