Nico-Jan van Dijk gedichten
Zanzibar.
Zanzibar
dat is de kraamkamer
van specerijen
voor de hele wereld
in Zanzibar
daar ontspringt een bron
die onze smaak verrijkt
en de blauwe lucht vult
met een keur aan tintelingen
maar de geur van kruiden
die zo veel betekent
voor de zuidelijke streken
dat is ook de grens
voor de man uit het Avondland
die grens
is de vraag
die al opkwam
lang voordat hij was gesteld
dat is de vraag
zijn kruiden de geur
van een koloniaal verleden
of is het juist de eigen kleur
van deze tropische streken
de man uit het Avondland
weet het niet
de eerste gedachte
was het Avondland
en is de eerste gedachte
altijd de juiste
is het bewijs
van ons ongemak
dat we altijd wegkijken
en de vraag ontwijken
wie het recht bezit
op de geur van specerijen
maar dit is zeker
het zijn geuren
van een hogere orde
kruiden
dat is de aristocratie
van de natuur
zou dat ook de reden zijn
dat specerijen
al zo lang
op eilanden
tot grote hoogte stijgen
een eigen koninkrijk
in de zee
met een werelddeel
op gezichtsafstand
alleen al de naam
Zanzibar
houdt de belofte in
van een mythe
die voortduurt
tot op de dag van vandaag
maar een belast verleden
maakt ook onzeker
er is geen vast punt meer
om de wereld
te kunnen overzien
is dit dan het verhaal
dat nog steeds
op Zanzibar wordt doorverteld
en is dit dan de geschiedenis
die zich nog altijd herhaalt
het geweten
als gulle raadgever
en een man
uit het Avondland
die nog steeds
de herinnering bewaart
aan nootmuskaat
kruidnagel en kaneel.
(Zanzibar). (2023).